Challenge door Solve For Tomorrow - Samsung

Hoe kunnen we de technologische vaardigheden van (senioren) ondersteunen om aan hun persoonlijke behoeften te voldoen?

Fase 7

12/12/2022 - 13/02/2023

Doelstelling

Lander Reynaert & Thibault Stevens

Met onze tool willen senioren connecteren met elkaar om eenzaamheid tegen te gaan. Dit willen we doen op lokaal niveau door aanwezig te zijn op verschillende locaties en in te spelen op diverse activiteiten. Op deze manier worden senioren in staat gesteld om laagdrempelig deel te nemen aan een activiteit of er zelf één te organiseren.

Problematiek?

De vergrijzing in België is een actueel thema, namelijk 1/5 in België is 65+, een cijfer die alsmaar toeneemt waardoor de nood om deze groep te ondersteunen des te belangrijker wordt. Senioren hebben een kleine kring aan sociale connecties mede door hun gebrek aan activiteiten en sociaal netwerk. Echter is er toch een nood bij senioren om aan activiteiten te kunnen deelnemen om zo eenzaamheid tegen te gaan. Er blijkt vaak een te groot verschil in niveau of fysieke capaciteiten om senioren met hun eigen sociale netwerk activiteiten uit te voeren zo is de ene senior minder mobiel of kan de ander plots niet even goed tennissen, ... Echter blijven deze mensen met de goesting zitten om toch hun hobby uit te voeren maar worden ze uitgesloten omdat ze geen mensen meer hebben om dit samen mee te doen. Deze problematiek willen wij tegengaan aan de hand van onze tool waarbij er een zeker schaalvoordeel is waarbij mensen buiten hun sociale kring kunnen opzoek gaan naar mensen die op een zelfde niveau zitten. Anderzijds blijkt een probleem bij huidige initiatieven dat het niet gekend is bij het grote publiek.

Wie?

Senioren (65+) die eenzaam zijn, opzoek naar nieuwe activiteiten en sociale connectie. Bovendien blijkt de meerderheid van 60-plussers (56%) geven aan zicht te willen inzetten in een buurtnetwerk, mocht het er komen; 5% kent en is actief in een buurtnetwerk; 9% is op de hoogte maar niet actief. Slechts een klein aandeel wil de organisatie optrekken of beheren.

Vraagstelling

  1. Senioren zijn eenzaam
  2. Senioren hebben behoefte aan activiteiten
  3. Senioren willen sociaal contact uitbouwen
  4. De huidige buurtnetwerken zijn onvoldoende gekend
  5. Ouderen zijn niet geëngageerd om deel te nemen aan activiteiten

Methodeplanning

Literatuurstudie
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Voorbereiding
In-depth interview
  • Aantal respondenten: 1
  • Fase: Voorbereiding
Expert interview
  • Aantal respondenten: 1
  • Fase: Voorbereiding

Taakverdeling

Literatuurstudie

Volledig team

Diepte-interview

Volledig team

Expert-interview

Volledig team

Antwoorden

Fase 6

12/12/2022 - 13/02/2023

Doelstelling

Nick Stuckens & Dries Van de Putte:

Wij leggen onze focus op het probleem dat sommige ouderen de basisvaardigheden niet beheersen om eenvoudige informatie via zoekmachines te kunnen opzoeken. Op die manier zijn ze niet in staat persoonlijke behoeften in te vullen.

In kaart gebrachte problematieken (gebaseerd op diepte-interviews en expert-interview):

Problemen interviews:

  • Basisproblemen niet zelfstandig kunnen oplossen:
    • Applicaties (om persoonlijke behoeften in te vullen) niet zelf kunnen downloaden: Spotify (vrije tijd), sociale media (communicatie), Bankieren/Itsme (administratie)
    • Niet zelfstandig informatie kunnen opzoeken om bovenstaande problemen op te lossen

Problemen digicafé Krook 24/11:

  • Sommige ouderen weten niet waar ze de informatie moeten vinden om bepaalde zaken te doen (gaat van online banking tot e-mails sturen met bijlagen)
  • Sommige ouderen hebben moeite met navigeren (waar vind ik wat terug?)
  • Sommige ouderen hebben niet de basis van een digitale taal om universeel toe te passen om bv. icoontjes te ontcijferen
  • Usability/readability is een belangrijk probleem bij design!

Wat oplossen? (Welk pijnpunt bij je gebruikers wil je aanpassen?)

Zorgen dat ouderen de nodige informatie terug kunnen vinden die ze nodig hebben om hun persoonlijke behoeften in te vullen of zelfstandig hun eigen digitale problemen oplossen:

  • Essentiële informatie niet kunnen vinden (over administratie, bankieren,…)
  • Digitale problemen (niet weten hoe iets installeren, niet weten waar iets staat,…)

Voor wie? (Welke doelgroep wil je specifiek bereiken?)

  • Middengroep die gemotiveerd is om mee te zijn met nieuwe tools/technologie maar die vaak beroep doet op zijn/haar sociaal netwerk om nieuwe zaken te leren/vragen.

Om wat te bereiken? (Wat zal je doelgroep erbij gewonnen hebben als dit project een succes wordt?)

  • Meer zelfstandigheid voor ouderen zelf en minder hulpbehoevend (door digitale kloof te verkleinen op gebied van vaardigheden)
  • (Klein)kinderen moeten veel minder snel inspringen voor kleinere vragen

Vereisten voor dienstverlening:

  • Eenvoudige terminologie en zorgen voor een eenvoudige usability/readability voor de gebruiker

Directe relaties:

  • Betreffende ouderen zelf die problemen zelfstandig kunnen oplossen

Indirecte relaties:

  • Kinderen, vrienden, buren van de betreffende ouderen
  • Instanties die instaan voor het bijstaan van deze ouderen met digitale problemen

Emotionele vereisten:

  • Geluk, voldoening van de betreffende ouderen

Rationele vereisten:

  • Meer zelfstandigheid
  • Meer betrokkenheid bij de maatschappij/burgerschap
  • Meer mobiliteit


Vraagstelling

  1. Sommige ouderen kunnen (eenvoudige) informatie niet opzoeken via zoekmachines
  2. Sommige ouderen hebben moeite met het navigeren op websites
  3. Sommige ouderen ervaren moeilijkheden met het beoordelen van relevante/correcte informatie

Methodeplanning

Literatuurstudie
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Data verzameling
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Data verzameling
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Voorbereiding

Taakverdeling

Literatuurstudie: Dries en Nick

Antwoorden

Fase 5

12/12/2022 - 13/02/2023

Doelstelling

Wij (Quinten Wéry & Elise Verhaeghe) focussen op boodschappen doen bij senioren en de problematieken die senioren daarbij ondervinden.

We hebben volgende problematieken in kaart gebracht (gebaseerd op literatuur en uit een diepte-interview) als het gaat over boodschappen doen bij senioren:
- Ergonomisch (ondersteuning bij het dragen van zwaardere producten, functionaliteit winkelrekken, ...)
- Sociale interactie (gebrek aan een gesprek met het personeel)
- Mobiliteit (vervoer naar en van de supermarkt)

Vereisten voor de dienstverlening
- Geen gebruik maken van moeilijke technologische terminologie
- Niet focussen op het visuele aspect
- Geen technologische oplossing, waarbij het te moeilijk is voor senioren om mee te werken

Welke doelgroep willen we specifiek bereiken?
- Primair: focussen we op senioren (neigt eerder naar de middengroep)
--> Senioren met een beperkt sociaal netwerk en/ of een beperkte mobiliteit en/of beperkte fysieke capaciteit

Indirecte relaties:
- Uit onderzoek hebben we gehaald dat kinderen van de senioren hen vaak ondersteunen bij boodschappen. We gaan indirect ook zorgen dat deze kinderen minder moeten helpen, omdat we proberen de senioren meer zelfstandigheid te geven bij boodschappen doen.

- De supermarktmedewerkers hebben vaak geen tijd om ondersteuning te bieden en om een babbeltje te slaan. Zij worden ook onrechtstreeks bij dit probleem betrokken.

Om wat te bereiken?

- Meer autonomie en/ of hopelijk een bijdrage aan hun sociaal netwerk.

In deze sprint wordt opnieuw een literatuurstudie uitgevoerd. Dit om de bestaande problematieken bij het winkelen in kaart te brengen. Er wordt ook één diepte-interview gedaan in deze periode om de literatuur aan te vullen.

Verder wordt er onderzoek verricht naar de bestaande initiatieven in België (initiatieven om het boodschappen doen gemakkelijker te laten verlopen voor senioren): slaan deze initiatieven aan? Hoe komt dat dit niet of wel werkt? Om inspiratie op te doen voor andere initiatieven zullen we ook kijken naar het buitenland.

Vraagstelling

  1. We denken dat senioren moeite hebben met zwaardere dingen te dragen in de winkel.
  2. We vermoeden dat senioren naar de winkel gaan om een babbeltje te slaan.
  3. Meerdere senioren geraken ook niet makkelijk meer fysiek aan hun supermarkt naar keuze.

Methodeplanning

In-depth interview
  • Aantal respondenten: 1
  • Fase: Voorbereiding
Literatuurstudie
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Voorbereiding

Taakverdeling

Literatuurstudie
  • Quinten Wéry
  • Elise Verhaeghe
Diepte-interview met iemand werkzaam in een supermarkt
  • Quinten Wéry
  • Elise Verhaeghe
Opzoeken van bestaande initiatieven
  • Quinten Wéry
  • Elise Verhaeghe
METHODIEK 1: Diepte-interview met iemand werkzaam in een supermarkt
Aantal respondenten
1 Schatting
1 Reëel
Belangrijkste resultaten
  • Er kwamen gelijkenissen naar voor uit het gesprek met de geïnterviewde alsook met de literatuur: - problemen voor ouderen om aan alle producten te kunnen in de winkelrekken (te hoog of te laag, ouderen zijn niet meer zo mobiel om te bukken/ ...) - ouderen komen naar de winkel om een babbeltje te slaan (met de geïnterviewde kwam ook naar voor dat er werknemers te kort zijn en dat ze daar geen tijd voor hebben om te babbelen met de senioren omdat de werkdruk hoog ligt. De senioren snappen dit dan niet). - de functionaliteit van de winkelkarren (mandjes en karretjes) --> in het interview kwam ook naar voor dat de karren te zwaar zijn om te gebruiken en een trolley niet werkt voor senioren om zoiets zwaar achter zich mee te trekken, vaak zijn de karren op zich ook te hoog)

Antwoorden

Fase 4

21/11/2022 - 05/12/2022

Doelstelling

We proberen een antwoord te formuleren op volgende deelvraag:

  • Welke problematieken zijn er nu en welke problematieken kunnen ontstaan binnen mobiliteit, sociale vaardigheden en sociaal netwerk?

In sprint 3 bevragen we de kinderen van onze grootouders, onze ouders. Dit om het stigma te doorbreken van senioren die vaak ervan uit gaan dat ze 'alles kunnen'. Sprint 2 en 3 overlappen verder door in gesprek te gaan met een expert organisatie. Verder werken we ook onze persona's verder uit naar 5 aparte personas. Hierbij splitsen we de profielen op volgens: mobiliteit, sociaal netwerk & vaardigheden. Verder maken we van ieder profiel ook een persona lifecycle op om te kijken hoe de senioren er vandaag en binnen 5 jaar zullen uitzien.

Vraagstelling

  1. We gaan ervan uit dat de tweede generatie aangeeft dat ouderen "niet alles kunnen" zoals ze vaak zelf zeggen.
  2. We denken dat de expert organisatie onze bedenkingen ondersteunt dat senioren moeite hebben om mee te kunnen met technologie.
  3. We verwachten dat de ouderen veel vragen zullen stellen op de workshop en stappenplannen zullen maken.

Methodeplanning

Expert interview
  • Aantal respondenten: 1
  • Fase: Data verzameling
In-depth interview
  • Aantal respondenten: 6
  • Fase: Data verzameling

Taakverdeling

Elk een interview afnemen met een ouder

Volledig team

Afspraak met Sven op 5 december

Volledig team

Persona's verder afwerken

Volledig team

Interview met expert organisatie: online winkelen (De Krook)
  • Dries Van de Putte
  • Elise Verhaeghe
  • Lander Reynaert
Bijwonen workshop: online winkelen
  • Dries Van de Putte
  • Elise Verhaeghe
  • Lander Reynaert

Antwoorden

Fase 3

21/11/2022 - 05/12/2022

Doelstelling

We proberen een antwoord te formuleren op volgende deelvraag: Welke problematieken zijn er nu en welke problematieken kunnen ontstaan binnen mobiliteit, sociale vaardigheden en sociaal netwerk?

In sprint 3 bevragen we de kinderen van onze grootouders, onze ouders. Dit om het stigma te doorbreken van senioren die vaak ervan uit gaan dat ze 'alles kunnen'. Sprint 2 en 3 overlappen verder door in gesprek te gaan met expert organisaties en wonen we een workshop bij van online winkelen voor senioren.

We werken ook onze 3 persona's uit sprint 1 uit naar 5 aparte persona's. Hierbij splitsen we de profielen op volgens: mobiliteit, sociaal netwerk & vaardigheden. Verder maken we van ieder profiel ook een persona lifecycle op om te kijken hoe de senioren er vandaag en binnen 5 jaar zullen uitzien.

Vraagstelling

  1. We gaan ervan uit dat de tweede generatie aangeeft dat ouderen "niet alles kunnen" zoals ze vaak wel zelf zeggen.
  2. We denken dat de expert organisatie onze bedenkingen ondersteunt dat senioren moeite hebben om mee te kunnen met technologie.
  3. We verwachten dat de ouderen veel vragen zullen stellen op de workshop en stappenplannen zullen maken.

Methodeplanning

Expert interview
  • Aantal respondenten: 1
  • Fase: Data verzameling
In-depth interview
  • Aantal respondenten: 6
  • Fase: Data verzameling

Taakverdeling

Workshop bijwonen bij de Krook: online winkelen
  • Dries Van de Putte
  • Elise Verhaeghe
  • Lander Reynaert
Tweede generatie bevragen: elk één van je ouders

Volledig team

Persona's opmaken
Vragen opmaken voor het interview voor de workshop online winkelen

Volledig team

Vragen opmaken om te vragen aan de tweede generatie

Volledig team

Interview met expert van de workshops van het digicafé
  • Dries Van de Putte
  • Elise Verhaeghe
  • Lander Reynaert
METHODIEK 1: In-depth interview
Aantal respondenten
6 Schatting
6 Reëel
Belangrijkste resultaten
  • Bij deze interviews beoogden we het sociaal wenselijke en stereotype beeld dat senioren geven te doorprikken door enkele diepte-interviews af te nemen bij de (klein)kinderen van senioren, die op hun beurt ook ondersteuning bieden aan senioren en inzicht verwerven in de dagelijkse problematieken en digitale problemen die hun (groot)ouders ondervinden. De belangrijkste conclusies van deze interviews zijn de volgende: - Waar senioren aangaven op zelfstandige basis bepaalde digitale handelingen te kunnen uitvoeren, ging weliswaar een uitleg van hun (klein)kinderen aan vooraf en werden de senioren ondersteund door handleidingen en stappenplannen. - Mogelijkheid tot ondersteunen was vaak afhankelijk van afstand woonplaats (klein)kinderen: hoe verder de senioren van hun familie woonden, hoe minder frequent ze hulp konden (en vaak ook durfden) vragen. - Mobiliteit beperkt vaak mogelijkheid om dagelijkse handelingen (boodschappen, bankieren...) uit te voeren. De beperkte digitale vaardigheden van vele senioren zorgen dan weer dat een digitaal alternatief verre van voldoende is om dit op te vangen en dat hier het knelpunt ligt dat de (klein)kinderen vaak moeten ondersteunen.
METHODIEK 2: Expert interview
Aantal respondenten
1 Schatting
1 Reëel
Belangrijkste resultaten
  • Naast het volgen van een sessie "online winkelen" in de Krook (Avansa), werd ook één van de medewerkers geïnterviewd om een professionele blik te krijgen op de digitale situatie van ouderen. De belangrijkste conclusies van deze sessie en bijhorend interview zijn de volgende: - De kloof in digitale geletterdheid neemt nog steeds toe. - De nood om te digitaliseren komt vaak niet intrinsiek, maar wordt gezien als noodzakelijk door senioren om mee te blijven in de maatschappij. - Mobiliteit (mogelijkheid om tot bepaalde locaties te geraken...) is vaak een drempel voor senioren om zich te richten tot initiatieven als Avansa. - Usability, terminologie (iconen...) zijn enorme struikelblokken voor senioren bij het gebruiken van bepaalde apps zoals Itsme en mobiele bank-apps. Websites worden eerder gezien als gebruiksvriendelijk dan apps.
METHODIEK 3: Personas
Aantal respondenten
? Schatting
? Reëel
Belangrijkste resultaten
  • We eindigen onze sprints met 5 persona's, gesegmenteerd op basis van hun digitale vaardigheden (aangezien we werken rond de digitale kloof). Deze 5 persona's zijn tijdens sprint 3 aangevuld met extra informatie uit de expert- en diepte-interviews (en de rasters met dagelijkse problematieken) om een concreter beeld te vormen van ons doelpubliek.

Antwoorden

1. We gaan ervan uit dat de tweede generatie aangeeft dat ouderen "niet alles kunnen" zoals ze vaak wel zelf zeggen.

De tweede generatie gaf inderdaad aan dat senioren vaak niet helemaal zelfstandig handelingen kunnen uitvoeren. Echter zullen de senioren dit uit trots, angst of sociale wenselijkheid niet altijd toegeven.

2. We denken dat de expert organisatie onze bedenkingen ondersteunt dat senioren moeite hebben om mee te kunnen met technologie.

Senioren worden geconfronteerd met een digitale wereld waar ze niet van onderuit kunnen. De expert gaf aan dat de senioren waarmee hij in contact komt de voorkeur geven om handelingen fysiek te blijven uitvoeren en geen intrinsieke behoefte hebben tot digitalisering, maar deze behoefte wel wordt gecreëerd vanuit de maatschappij.
Vanuit het idee dat senioren opgegroeid zijn in een volledige analoge maatschappij, lijkt het de expert dan ook logisch dat dit voor senioren absoluut geen evidentie is en ze dus ondersteuning nodig hebben om deze omschakeling te maken. Daarnaast kwam ook naar boven dat de kloof in digitale geletterdheid inderdaad toeneemt.

3. We verwachten dat de ouderen veel vragen zullen stellen op de workshop en stappenplannen zullen maken.

De opkomst was iets lager dan normaal dus de senioren konden altijd bij een medewerker terecht voor vragen. Opvallend was dat de sfeer erg gemoedelijk was en het dus ook als een sociale activiteit kan gezien worden.
Op de workshop was er slechts 1 senior die een stappenplan maakte in een boekje.
De stappenplannen waren semi-gestructureerd opgebouwd om echt surf-skills aan te leren in plaats van blind de stappen te volgen.

Fase 2

07/11/2022 - 25/11/2022

Doelstelling

In het begin van sprint 2 ondervonden we wat moeilijkheden met de resultaten van de digimeter dat ons oorspronkelijk probleem "moeilijkheden bij mobiel bankieren" tegensprak. Verder bleek online banking gelimiteerd te zijn qua mogelijkheden en hadden we het gevoel in de problemen te komen bij de ideation fase. Naar ons gevoel zijn we te rap in de diepte gedoken van één probleem. Sprint 2 kreeg daarom een volledig andere invulling, dan oorspronkelijk de bedoeling was, we stappen namelijk weg van onze tunnelvisie en zullen proberen om opnieuw een helikopterperspectief te verkrijgen. We proberen de algemenere problemen in kaart te brengen van de ouderen met volgende deelvraag: Wat zijn de voornaamste problematieken in het dagelijkse leven van senioren?

In deze sprint wordt een raster opgemaakt met hoofdproblemen (gebaseerd op literatuur) bij senioren, gebaseerd op literatuur. Deze hoofdproblemen koppelen we dan aan vaak voorkomende activiteiten in het dagelijks leven zoals: huishouden - vrije tijd - bankieren - winkelen - ... Daarbij maken we enkele vragen op per onderdeel om in interviews te gebruiken. We zorgen dat ons werk van mobile banking niet verloren gaat, daarom dat bankieren ook meegenomen wordt.

In deze sprint zal iedereen 2 senioren bevragen en bevragen we zeker één expert van een workshop (Digicafé: workshop voor online winkelen). Eerst zal ieder lid één grootouder interviewen. Hiermee wordt ons raster aangevuld, daarna starten we met onze tweede bevraging: opnieuw elk één senior bevragen. We komen op een totaal van 12 bevraagde senioren hiermee.

We zijn verder afgestapt van nog senioren te bevragen omdat we niet voorbij de stereotypen raken. We blijven met interviews met senioren en de Digimeter tot vage conclusies komen, terwijl we aanvoelen dat er toch dieperliggende problemen zijn. Daarom werken we verder met de tweede generatie te bevragen. Met wat moeten de kinderen van de senioren vaak helpen? Wat merken zij op bij hun ouders die nu senioren zijn?

Verder splitsen we onze persona's op naar 5 persona's we stappen af van de stereotypen en focussen ons op volgende zaken:

- Persona: degene die goed mee zijn (goed mee zijn en degene die doen alsof, maar er lang over doen)

- Persona: middengroep (houden → eentje met ondersteuning en eentje zonder)

- Persona: digitale klunzen (degene die geen digitale dingen doen, die het niet nodig hebben & degene die het niet kunnen en het wel al nodig hebben)

Als we dit in kaart hebben gebracht gaan we over naar sprint 3. In sprint 3 bevragen we de kinderen van onze grootouders, onze ouders. Dit om het stigma te doorbreken van senioren die vaak ervan uit gaan dat ze 'alles kunnen'. Sprint 2 en 3 overlappen verder door in gesprek te gaan met expert organisaties. Verder werken we ook onze persona's verder uit naar 5 aparte personas. Hierbij splitsen we de profielen op volgens: mobiliteit, sociaal netwerk & vaardigheden. Verder maken we van ieder profiel ook een persona lifecycle op om te kijken hoe de senioren er vandaag en binnen 5 jaar zullen uitzien.

Vraagstelling

  1. De meest voorkomende problemen bij senioren zijn: veiligheid, gezondheid, eenzaamheid, zelfstandigheid, mobiliteit
  2. Senioren dragen nog altijd zelfstandigheid hoog in het vaandel & vragen niet graag hulp.
  3. Hoe ouder hoe minder mobiel senioren worden & het is een probleem voor sociale inclusie.
  4. Zaken online doen vinden senioren minder veilig & vertrouwen ze ook minder.

Methodeplanning

Expert interview
  • Aantal respondenten: 2
  • Fase: Voorbereiding
Literatuurstudie
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Data verzameling
In-depth interview
  • Aantal respondenten: 12
  • Fase: Voorbereiding
Personas
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Voorbereiding

Taakverdeling

Digimeterset analyseren op gegevens van mobile banking

Volledig team

Interviewen van senioren

Volledig team

Bijwonen workshop Digicafé: online winkelen (24 november)

Volledig team

Raster opmaken: hoofdproblematieken - alledaagse activiteiten - assumpties
  • Thibault Stevens
  • Nick Stuckens
  • Quinten Wéry
  • Dries Van de Putte
  • Elise Verhaeghe
Literatuurstudie hoofdproblemen uitvoeren

Volledig team

METHODIEK 1: In-depth interview
Aantal respondenten
12 Schatting
6 Reëel
Belangrijkste resultaten
  • - We bevroegen 6 grootouders (elk 1 grootouder) de leeftijd van de grootouders was tussen de 77 en 86 jaar). We bevroegen de grootouders met een hoofdraster. Op dit raster stonden onze hoofdproblematieken en enkele veel voorkomende activiteiten: bankieren (zowel mobiel als fysiek) winkelen/ boodschappen doen; online communicatie (mailen, sociale media, bellen, chatten), vrije tijd (sporten, TV, hobby's), huishouden (koken, kuisen & wassen). Aan de hand daarvan en onze hoofdproblematieken (zelfstandigheid, gezondheid, eenzaamheid, mobiliteit en veiligheid) stelden we enkele hoofdvragen op. Daarbij bevroeg iedereen 2 kolommen per grootouder en zorgden we dat elke kolom 2 keer bevraagd werd. - Het raster wordt gebruikt om onze bestaande 3 persona's uit de vorige sprint verder uit te werken. Aangezien onze sprint halverwege werd hervat qua doelstelling, loopt het een weekje langer uit en zal dit nog dieper worden uitgewerkt. Onderstaand de belangrijkste resultaten uit deze interviews - Soms tegenstrijdige gegevens omtrent online bankieren: de ene senioren prefereren om het online te doen & anderen om het fysiek te doen. Daarnaast kunnen sommige senioren het zonder hulp en anderen enkel met hulp. Velen zien ook het nut niet in om het op een bepaalde manier te doen, als ze één manier beheersen. Sommigen vinden het ook niet vervelend om hulp te vragen, omdat ze het willen verstaan. - Gezondheid was over de gehele lijn nooit de reden om iets niet te doen buiten bij vrije tijd: sporten uit angst zich meer te blesseren of omdat ze alreeds geblesseerd zijn - Fysiek winkelen is bij alle bevraagde senioren nog de voorkeur, bij velen de reden om eens buiten te zijn & iemand te zien. Klantenkaarten zijn bij de bevraagde senioren geen probleem om te gebruiken. Vaak doen oma en opa samen de boodschappen of verdelen ze de taken: oma doet boodschappen en opa doet iets anders. - Als er gesproken wordt over mobiliteit, kunnen velen nog met de auto rijden, of wordt er nog gefietst (meer elektrisch fietsen). - Sociale media wordt gebruikt om verdere contacten te onderhouden & Skype werd gezien als waardige vervanger door het gebruik van de camera en mensen te zien - Er wordt nog meer gesport onder senioren (tennis, badminton, veel wandelen & fietsen) dan oorspronkelijk gedacht door ons - De bevraagde senioren koken ook nog allemaal zelf maaltijden, inspiratie komt vaak uit zichzelf uit maaltijden dat ze doorheen hun leeftijd hebben gemaakt (of van TV of uit tijdschriften)
  • Conclusies Raster Zelfstandigheid Achteroplopende ouderen: - Als men iets niet kent, doet men het niet zo snel (mobiel bankieren, online boodschappen) Middengroep: - Ze proberen hun plan te trekken maar als ze iets niet kunnen zullen ze toch hulp vragen (online boodschappen doen, hulp bij technologie) - Kiezen vaak voor wat ze al kennen en gaan niet snel veranderen als het niet nodig is Plantrekkende ouderen: - Geen moeite met hulp te vragen als ze iets niet kunnen vanwege leergierigheid - Actief op sociale media en geen probleem met technologie Gezondheid Achteroplopende ouderen: - Sukkelen met gezondheid en ervaren ongemakken Middengroep: - Voelen beperkingen maar niet zodanig dat ze hierdoor niet meer zelfstandig kunnen verplaatsen Plantrekkende ouderen: - Hebben veel beweging om gezond te blijven - Ervaren geen beperkingen door gezondheid Mobiliteit Achteroplopende ouderen: - Kunnen niet meer met de auto of fiets rijden en zijn minder mobiel te voet - Hebben hulp nodig om zich te verplaatsen Middengroep: - Wandelen lukt nog maar niet meer heel lang - Zijn angstig om de fiets te nemen of om de auto te nemen Plantrekkende ouderen: - Kunnen zich probleemloos verplaatsen te voet en met de auto en maken zelfs nog gebruik van de fiets - Sporten nog, wandelen veel Eenzaamheid Achteroplopende ouderen: - Vermijden contact vanwege drukte - Zullen niet zelf spontaan op zoek gaan naar sociaal contact - Hoe kleiner de groepen hoe beter Middengroep: - Missen fysiek contact bij winkelen, bankieren,… nu zaken gedigitaliseerd worden - Komen wel buiten met vrienden en familie maar nemen zelf geen initiatief om sociaal contact op te zoeken in verenigingen Plantrekkende ouderen: - Technologie gebruiken om contact te houden met familie en vrienden (videobellen, chatten,…) - Zelf spontaan sociaal contact zoeken in verenigingen of hulp bieden aan anderen Veiligheid Achteroplopende ouderen: - Angstig voor phishing, diefstal van gegevens op het internet, als ze al wel online verrichtingen doen - Angst om zich te verplaatsen in het verkeer - Schrik om blessures op te lopen - Opletten voor gevaarlijke keukenapparatuur Middengroep: - Angstig voor phishing, diefstal van gegevens op het internet - Angst voor blessures of vallen zal niet tegenhouden om te bewegen maar toch alert Plantrekkende ouderen: - Herkennen phishing mails, hebben een hoge graad van digitale geletterdheid
METHODIEK 2: Expert interview
Aantal respondenten
7 Schatting
? Reëel
Belangrijkste resultaten
  • - Het expert interview vindt pas plaats op 24 november in De Krook. Hier zullen we met de volledige groep aanwezig zijn om "digicafé voor beginners, online winkelen" bij te wonen. We splitsen ons op in groepjes zodat het niet te veel opvalt dat we observeren. Daarna krijgen we de mogelijkheid nog enkele vragen te stellen. Deze vragen worden deze week opgemaakt. - Daarnaast zullen we nog 6 personen bevragen, dat waarschijnlijk experten zullen zijn om een beter beeld te krijgen, aangezien er nu 6 senioren bevraagd werden. De eerste experten worden met onze workshop 24 november bevraagd. De andere experten worden deze week verder in kaart gebracht.
METHODIEK 3: Literatuurstudie
Aantal respondenten
? Schatting
? Reëel
Belangrijkste resultaten
  • - We zijn tot de conclusie gekomen dat onze vooropgestelde problemen ook ondersteund worden door de literatuur: gezondheid, veiligheid, mobiliteit, eenzaamheid en zelfstandigheid Mobiliteitsproblemen oplossen: - Openbaar vervoer uitbreiden, gebrekkig aanbod op bepaalde locaties en tijdstippen - Kosten van openbaar vervoer + alternatief vaak heel duur - Niet iedereen beschikt over juiste info om openbaar vervoer te kunnen gebruiken - Zelfrijdende auto’s - Toegankelijkheid tot openbare gebouwen is nog steeds een groot probleem (buitenlandse: Japan en lokale literatuur: Vlaanderen) - Regelgeving verduidelijken, betere toepassing van regelgeving ondersteunen + vanaf ontwerp tot realisatie hiermee rekening houden - Fit blijven: Gezondheid blijft belangrijk om gezond en mobiel te blijven: Wandelen belangrijk - Fietsen om fit te blijven: veiligheid vaak een obstakel - Mobiliteit is rechtstreeks ook belangrijk voor zelfstandigheid te behouden - Minder mobiliteit leidt tot meer isolement, eenzaamheid, depressie - Angst voor ouderen om niet snel genoeg te kunnen oversteken op straat (drempel om buiten te komen soms) Conclusies eenzaamheid - Sterke associaties bij psychologisch leed en weduwschap (vrouwen meer dan mannen) - Geen significant verband tussen opleiding en eenzaamheid - Sociale factoren (weduwschap, gebrek aan toegang tot sociale steun, minder sociale contacten) - Gezondheids- gerelateerde indicatoren (ADL-beperkingen, psychisch leed) - Lichamelijke geestelijke gezondheid Veiligheid - Ouderen zijn vaak angstiger dan jongere mensen - Gevoel dat vroeger alles beter was en gevoel van gebrek aan controle over het eigen leven kunnen een verklaring zijn voor angst bij ouderen - Ouderen zijn vaak meer afhankelijk van de kwaliteit van hun directe omgeving (nette omgeving, goede straatverlichting --> duid op minder criminaliteit), omdat ze het grootste deel van hun tijd thuis doorbrengen

Antwoorden

1. Er zijn weinig initiatieven voor senioren met betrekking tot technologische terminologie en online privacy.

- Gezondheid is de meest belangrijke factor. Als deze achteruit gaat zorgt dit ervoor dat ouderen zich moeilijker kunnen verplaatsen (mobiliteit) wat leidt tot een lagere graad van zelfstandigheid en meer eenzaamheid. Ook bij het dalen van mobiliteit zien we meer angst (veiligheid) ontstaan voor blessures.

2. Senioren dragen nog altijd zelfstandigheid hoog in het vaandel & vragen niet graag hulp.

- Uit de diepte-interviews zien we dat diegene die het meest zelfstandig zijn minder moeite hebben met hulp te vragen omdat ze willen mee zijn en alles willen kunnen. Terwijl de middengroep en achteroplopende ouderen negatiever staan t.o.v. zaken die ze niet kennen zoals online bankieren of e-commerce.

3. Hoe ouder hoe minder mobiel senioren worden & het is een probleem voor sociale inclusie.

- Als ouderen minder mobiel zijn zullen ze inderdaad sneller isolement, eenzaamheid of depressies ervaren

4. Zaken online doen vinden senioren minder veilig & vertrouwen ze ook minder.

- Dit is niet zo voor alle groepen, senioren die digitaal geletterd zijn en de vaardigheden hebben om online te bankieren, winkelen,... vinden dit vaak net gemakkelijk en tijdbesparend. Er zijn wel ouderen die niet over die vaardigheden beschikken die angst en onzekerheid ervaren bij online zaken. De motivatie om iets te willen leren en de nood voelen is belangrijk om het te willen leren.

Fase 1

17/10/2022 - 04/11/2022

Doelstelling

Ons doel van sprint 1: het segmenteren en opstellen van de criteria's binnen onze doelgroep: senioren.

Eerst zullen we vrijblijvend een verkennend gesprek houden met een aantal ouderen. De persona's worden opgemaakt aan de hand van de data uit de Digimeter van 2021 en ander relevant bronnenmateriaal (data-analyse). Ondertussen zullen we deskresearch uitvoeren om langs de ene kant extra informatie in functie van de segmentatie van ouderen te vinden. Langs de andere kant relevante organisaties opzoeken en contacteren voor latere expert-interviews. Daarna worden de persona's getoetst aan en vervolledigd uit gestructureerde interviews met senioren. Ook beogen we hier een concreter en afgebakend beeld te krijgen over de problematieken die senioren tegenkomen met betrekking tot technologie. Met deze informatie zullen we verder concretere persona's opmaken.

Tot slot formuleren we een antwoord op onze eerste deelvraag: Wat zijn de voornaamste problematieken waar ouderen op stuiten met betrekking tot technologie?

Vraagstelling

  1. We veronderstellen dat niet alle ouderen dezelfde digitale vaardigheden hebben.
  2. Naarmate de personen ouder worden, zullen ze minder capabel zijn met technologie.
  3. De cognitie, motivatie en leeftijd van ouderen hebben een impact op het omgaan met technologie.

Methodeplanning

Personas
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Data analyse
Interview
  • Aantal respondenten: 10
  • Fase: Data verzameling
Literatuurstudie
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Data verzameling
Expert interview
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Voorbereiding

Taakverdeling

Persona's opmaken

Volledig team

Literatuurstudie

Volledig team

Contact opnemen met (expert)organisaties

Volledig team

Interviewleidraad opmaken

Volledig team

METHODIEK 1: Interview
Aantal respondenten
10 Schatting
7 Reëel
Belangrijkste resultaten
  • Alle bevraagde senioren hebben het moeilijk met online banking.
  • De meeste bevraagde senioren hebben moeilijkheden met de technologische terminologie (en de Engelse taal) en hebben beperkte kennis omtrent online privacy en veiligheid.
METHODIEK 2: Personas
Aantal respondenten
? Schatting
? Reëel
Belangrijkste resultaten
  • We hebben persona's ontwikkeld op basis van de interviews, literatuurstudie en door middel van statistische analyse op de dataset van de Digimeter (k-means clustering). De persona's zijn gebaseerd op volgende dimensies: niveau van digitale skills, leeftijd, familiale situatie en motivatie tot gebruiken van technologie.
METHODIEK 3: Literatuurstudie
Aantal respondenten
? Schatting
? Reëel
Belangrijkste resultaten
  • Zo goed als alle senioren ondervinden moeilijkheden met online bankieren.
  • Naarmate de leeftijd stijgt, dalen de digitale vaardigheden.

Antwoorden

1. We veronderstellen dat niet alle ouderen dezelfde digitale vaardigheden hebben.

We zijn uit onze interviews en de literatuurstudie tot de vaststelling gekomen dat deze hypothese klopt. Naarmate de senioren ouder worden, dalen de digitale vaardigheden. Daarom hebben onze persona's 3 diverse leeftijden. Uit onderzoek blijkt dat de opleiding een belangrijke factor is in het beheersen van technologische vaardigheden, alsook dat het hebben van een partner dat meer technisch onderlegd is en frequent contact met familie een stimulans is. Verder groeien de frustraties van ouderen naarmate de digitalisering in de maatschappij.

2. Naarmate de personen ouder worden, zullen ze minder capabel zijn met technologie.

Vanaf 75 jaar is er een daling in het adopteren van technologie en internetgebruik. Senioren ondervinden meerdere drempels bij het gebruiken van technologie: fysieke drempels (door dalende gezondheid en mobiliteit), angst/bezorgdheid omtrent technologie, het niet begrijpen van technologische terminologie (en beperkte kennis van het Engels) en verlaagde motivatie (het nut niet meer zien om er te leren mee werken).
Er kan daardoor gesteld worden dat, naarmate senioren verouderen ze minder capabel zijn met technologie.

3. De cognitie, motivatie en leeftijd van ouderen hebben een impact op het omgaan met technologie.

Deze hypothese kunnen we ook positief bevestigen. Uit ons onderzoek blijkt dat niet alle senioren even gemotiveerd zijn om met technologie te leren werken. Daarnaast is leeftijd ook een factor in de mate dat de senioren kunnen werken met technologie: naarmate de leeftijd stijgt, dalen de digitale vaardigheden. Ook vinden ouderen het moeilijk om stappen te onthouden om met zaken te werken zoals: het proces van het versturen van e-mails, het gebruiken van mobile banking...