Challenge door Mediawijs

Hoe werken we aan digitale inclusie, mediawijsheid en mediaopvoeding bij anderstaligen?

Fase 8

14/03/2023 - 14/04/2023

Doelstelling

Op basis van vorige sprint dienden we na te gaan of docenten Nederlands openstaan voor een implementatie van onze tool in hun lessen en waar zij dit eventueel zien. Daarnaast werd van start gegaan met het prototypen. Tijdens deze sprint maken we eveneens de planning op voor het traject tot aan de pitch.

Vraagstelling

  1. - Hoe staan docenten Nederlands bij anderstaligen tegenover een eventuele implementatie van de tool in hun lessen?
  2. - Hoe zal de tool er visueel uitzien?
  3. - Werkt de eerste versie van de tool?

Methodeplanning

Paper prototyping
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Voorbereiding
In-depth interview
  • Aantal respondenten: 2
  • Fase: Data verzameling

Taakverdeling

Interview voorbereiden & afnemen
  • Margot Verhelst
Vragenlijst voor docenten Nederlands opmaken en opvolgen
  • Louise Wybo
  • Elisabeth Rose
Protoypen in Figma

Volledig team

Planning + taken verdeling

Volledig team

METHODIEK 1:
Aantal respondenten
? Schatting
? Reëel
Belangrijkste resultaten

Antwoorden

1. - Hoe staan docenten Nederlands bij anderstaligen tegenover een eventuele implementatie van de tool in hun lessen?

Vragenlijst (doorgestuurd naar docenten Nederlands):

- Er wordt gesuggereerd om op niveau A2 het topic phishing pas te introduceren. In de vorm van lees- en luisteropdrachten, op basis van mediaberichten (krantenartikels, radio-journaal, radio-interview, een artikel van de online krant van Wablieft).

Interview met contactpersoon van Ligo:

- Rekening houden met lettertypes
- Vaste structuur van oefeningen
- Veel gebruik van symbolen
- Vanaf NT2 implementatie van phishinglessen praktisch haalbaar
- Alfacursisten zijn het Latijnschrift niet machtig --> geen directe interesse
- Mensen die niet kunnen lezen/schrijven
- Vertrouwenspersoon wordt ingeschakeld om over eigen ervaringen te vertellen en op die manier motivatie op te wakkeren.

Fase 7

05/03/2023 - 13/03/2023

Doelstelling

In deze sprint zetten we de bestaande tools over phishing op een assenstelsel om op basis daarvan na te gaan welke karakteristieken onze tool dient aan te nemen. Daarnaast zoeken we uit in welke context onze tool in een ideaal scenario geïmplementeerd kan worden.

Vraagstelling

  1. - Welke karakteristieken heeft de tool nodig om een 'gat in de markt' te zijn?
  2. - In welke context zal de tool gebruikt worden?

Methodeplanning

  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Data verzameling
SWOT analysis
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Voorbereiding

Taakverdeling

Mappen van tools
  • Elisabeth Rose
  • Jens Sintobin
Gebruikerscontext analyseren
  • Elout Van den Ende
  • Louise Wybo
Projectdoelstellingen finaliseren
  • Margot Verhelst
Journey innovation tool updaten
  • Maarten Rycx
METHODIEK 1: SWOT analysis
Aantal respondenten
? Schatting
? Reëel
Belangrijkste resultaten
  • De bestaande tools over phising werden geplot op assenstelsel en op basis daarvan werd zichtbaar waar onze tool zich kan onderscheiden van reeds bestaande tools. - visueel gerichte tool - beperkte digitale vaardigheden - inzetbaar in groepscontext, maar ook individueel trainen mogelijk

Antwoorden

1. - Welke karakteristieken heeft de tool nodig om een 'gat in de markt' te zijn?

- Visueel
- In groepsverband, mogelijks ook individuele training
- Interactief
- Awareness creëren & skills aanleren om phishing te herkennen

2. - In welke context zal de tool gebruikt worden?

We kozen ervoor om de tool in te zetten in Nederlandse les, omdat het daar naar onze mening het beste geïmplementeerd kan worden. In een volgende sprint gaan we na hoe docenten Nederlands hiertegenover staan.

Fase 6

14/02/2023 - 24/02/2023

Doelstelling

In deze sprint perfectioneren we onze kernbegrippen en verduidelijken wat deze precies inhouden, zoals bijvoorbeeld phishing. Tevens gaan we ook zoeken naar reeds bestaande toepassingen die op een of andere manier de phishing problematiek trachten aan te pakken.

Vraagstelling

  1. - Welke tools bestaan er reeds omtrent phishing?
  2. - Hoe definiëren we 'phishing'?
  3. - Welke andere problematieken uit eerdere sprints, die nauw verbonden zijn aan phishing, zouden we ook kunnen aanpakken in onze oplossing?

Methodeplanning

  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Data verzameling

Taakverdeling

Oplijsting bestaande tools + korte samenvatting
  • Louise Wybo
  • Elisabeth Rose
Definiëren begrippen.

Volledig team

METHODIEK 1:
Aantal respondenten
? Schatting
? Reëel
Belangrijkste resultaten
  • Er werd een overzicht gemaakt over reeds bestaande tools die het phishing probleem op een of andere manier aanpakken. Dit overzicht deelde de bestaande tools op in enerzijds tools van overheidsinstellingen uit verschillende landen en anderzijds tools gemaakt door private instanties. De insteek van de verschillende tools zijn variërend, de volgende doelen zijn te onderscheiden: -Informerend: toelichten over veelvoorkomende gevallen van cyberaanvallen, -Praktijkgericht: simulaties die je in staat stellen om te achterhalen in welke mate je phishing berichten herkent. -Beveiliging: tools die je beveiligen tegen cyberaanvallen en phishing. De algemene trend is het aanbieden van educatie rond het herkennen van phishing en welke vormen van phishing er actueel zijn. Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van educatieve pakketten, simulaties en een aantal apps. Van deze tools is er ook een korte SWOT analyse gemaakt. De voornaamste bevindingen hieruit zijn: - Met onze doelgroep in het achterhoofd is taal veelal een probleem. - Onduidelijkheid over omgang met persoonsgegevens is een mogelijke vertrouwensdrempel. - Sommige tools zijn moeilijk in gebruik voor de doorsnee burger, laat staan iemand die minder digitaal geletterd is.

Antwoorden

1. Welke tools bestaan er reeds omtrent phishing?

De insteek van de verschillende tools zijn variërend, de volgende doelen zijn te onderscheiden:

-Informerend: toelichten over veelvoorkomende gevallen van cyberaanvallen,

-Praktijkgericht: simulaties die je in staat stellen om te achterhalen in welke mate je phishing berichten herkent.

-Beveiliging: tools die je beveiligen tegen cyberaanvallen en phishing.

De algemene trend is het aanbieden van educatie rond het herkennen van phishing en welke vormen van phishing er actueel zijn. Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van educatieve pakketten, simulaties en een aantal apps.

2. - Welke andere problematieken uit eerdere sprints, die nauw verbonden zijn aan phishing, zouden we ook kunnen aanpakken in onze oplossing?

De meest voor de hand liggende problematiek die we met onze oplossing ook willen tackelen is het taalprobleem. Een vereiste van deze oplossing is dus dat het voor anderstaligen makkelijk te begrijpen moet zijn, de concrete invulling hiervan (aanbieden verschillende talen, simpel (Nederlands) taalgebruik, visuele cues,...)

Tevens vonden we dat de motivatie om bij te leren over gevaren als phishing sterk context afhankelijk is. Onze oplossing moet dus voldoende duidelijkheid bieden aan de doelgroep dat, ten eerste, phishing een actueel probleem is en ten tweede hoe je voorkomt een slachtoffer er van te worden.

Onze concrete oplossing moet tevens laagdrempelig genoeg zijn dat mensen met weinig digitale skills het ook kunnen gebruiken.

3. - Hoe definiëren we 'phishing'?

Phishing is een vorm van internetfraude waarbij u valse berichten ontvangt waarbij geprobeerd wordt om inloggegevens, creditcardinformatie, pincodes of andere persoonlijke gegevens te achterhalen.
(bron: https://www.vlaanderen.be/consumentenbescherming/phishing)
Heel vaak zijn dit berichten uit bekende instanties zoals de overheid ,postbezorgers, winkels, banken,... Deze fraudeurs kunnen ook persoonlijke kennissen nabootsen, vaak door aansprekingen als: dag mama, papa, broer,... of ze kunnen volledig willekeurige/fictieve mensen nabootsen (dit wordt dan catphishing genoemd).


Fase 5

27/02/2023 - 10/03/2023

Doelstelling

XXX

Vraagstelling

Methodeplanning

Creative brainstorm
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Data verzameling

Taakverdeling

Creative brainstorm

Volledig team

Antwoorden

Fase 4

13/02/2023 - 24/02/2023

Doelstelling

Tijdens deze sprint bakenen we onze doelgroep verder af. In deze sprint kiezen we met welke problematiek we in een volgende fase aan de slag willen gaan en beargumenteren onze keuze. Daarnaast achterhalen we via desk research wat er al op de markt is aan oplossingen voor deze problematiek.

Vraagstelling

  1. Hoe worden anderstaligen zonder vangnet competenter in het herkennen en vermijden van phishing?
  2. - Wat is onze doelgroep?

Methodeplanning

Scenarios of use
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Voorbereiding
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Voorbereiding

Taakverdeling

Scenarios of use

Volledig team

Desk research

Volledig team

Antwoorden

Fase 3

21/11/2022 - 04/12/2022

Doelstelling

In de derde sprint bevragen we in een één-op-éénrelatie naar de digitale skills, de kennis van media en de frustraties van anderstaligen. Deze één-op-één gesprekken beogen de huidige problematieken op vlak van mediawijsheid bloot te leggen en concreter te maken. Waar we in de vorige sprint aan het oppervlak zijn blijven hangen, trachten we nu verder te gaan graven. Aan de hand van 3 focusgroepen bespreken we samen met de anderstaligen terugkomende problemen ten aanzien van mediawijsheid en deze tastbaar te maken.

Vraagstelling

  1. - Welke media/digitale technologieën gebruiken anderstaligen? (Methode: In-depth interviews)
  2. - Voor welk doel (educatief, ontspanning ...) gebruiken anderstalige nieuwkomers media? (Methode: In-depth interviews)
  3. - Weten anderstaligen waar ze terecht kunnen om hulp te vragen bij media gerelateerde zaken? (Methode: Focusgroepen)
  4. - Welke ervaringen hebben de anderstaligen met hun aankomst in België? (Methode: Focusgroepen)
  5. - Zijn onze invullingen van onze kernconcepten helder genoeg? (Methode: expert interviews)
  6. - Welke ervaringen heeft een contactpersoon van een organisatie met anderstaligen? (Methode: expert interviews)

Methodeplanning

In-depth interview
  • Aantal respondenten: 6
  • Fase: Data verzameling
Focusgroep
  • Aantal respondenten: 9
  • Fase: Data verzameling
Expert interview
  • Aantal respondenten: 3
  • Fase: Data verzameling
Cognitive walkthroughs
  • Aantal respondenten: 4
  • Fase: Data verzameling

Taakverdeling

Contacteren organisaties om datum vast te leggen voor focusgroep
  • Margot Verhelst
  • Louise Wybo
  • Elisabeth Rose
Journey Innovation Tool aanpassen
  • Margot Verhelst
  • Elisabeth Rose
Focusgroepen voorbereiden
  • Maarten Rycx
  • Margot Verhelst
  • Elisabeth Rose
Persona's concretiseren
  • Elout Van den Ende
Diepte-interview anderstaligen en walkthrough aanpassen
  • Margot Verhelst
Focusgroepen, diepte-interviews, expert-interviews en walkthroughs uitvoeren

Volledig team

METHODIEK 1: Expert interview
Aantal respondenten
3 Schatting
3 Reëel
Belangrijkste resultaten
  • Hanteren van bottem-up approach, maximaal betrekken van doelgroep om noden te achterhalen.
METHODIEK 2: Cognitive walkthroughs
Aantal respondenten
4 Schatting
4 Reëel
Belangrijkste resultaten
  • Deelnemers hebben wel basisvaardigheden zoals; mail openen, verbinden met internet, zoeken met zoekmachine, enz. Wanneer taken complexer worden, lijkt de barrière te groot geworden. Bovendien is taal ook nog een groot struikelblok. De combinatie van de taalbarrière en het gebrek aan digitale vaardigheden zorgen voor moeilijkheden bij basisopdrachten.
METHODIEK 3: Focusgroep
Aantal respondenten
9 Schatting
5 Reëel
Belangrijkste resultaten

Antwoorden

1. - Zijn onze invullingen van onze kernconcepten helder genoeg? (Methode: expert interviews)

Tom de Leyn (onderzoeker):

- Paternalistische assumptie van Mediawijs. Gebrek aan mediawijsheid is een 'probleem', de 'ene juiste' oplossing komt top-down vanuit een overheidsinstelling/ witte middenklasse.
->Disconnect met effectieve noden van de doelgroep. Onderschatting van eigen support systemen binnen eigen gezinnen en gemeenschap.

Eerder een bottem-up aanpak hanteren. Samenwerken met touchpoints en sleutelfiguren binnen de doelgroep en inzetten op meer herkenbaarheid binnen Mediawijs zelf, kan zorgen voor minder wantrouwen naar overheidinstanties toe. Dit wantrouwen is afkomstig van bewustwording over representatie in de samenleving als 'de anderstalige' of 'de vreemdeling' en door confrontatie met racisme en discriminatie.
=> Verschuiving weg van experten en externe figuren die uitleggen hoe het moet en mensen onderling iets aanleren.

Esther Rozendaal (Expert Mediawijsheid)

1) Kritische visie op mediawijsheid

Instellingen als Mediawijs kijken heel top-down, terwijl weinig gekeken wordt vanuit het perspectief van de doelgroep (ook in Nederland), te weinig rekening met belevingswereld van mediagebruiker. Wat willen mensen, waar liggen hun behoeftes,... Minder normatieve approach hanteren, echt inzetten op bottem-up.

2) Mediawijsheid aanleren

Gedragswetenschappelijk perspectief, focus op de hersenen en psychologie. Gedragsanalyse maken door ogen van de doelgroep: kijken naar het gewenste gedrag en wat zijn de hindernissen in het uitvoeren van dat gedrag of wat maakt het gemakkelijker.

-> Verschil tussen anderstaligen en native speakers. Voor een anderstalige is een vreemde taal trachten te begrijpen al zeer cognitief belastend, dit maakt het moeilijker om kritisch media te analyseren.

-> Focus ook op de motivaties van de doelgroep. Als je niet gemotiveerd bent om je mediawijs te gedragen, dan ga je het ook niet doen. Hier kan je veel hindernissen en stimulatoren vinden. Vergelijking met complex gedrag op vlak van gezondheid: Veel campagnes over gevaren van roken, maar nog steeds veel rokers. Dit is een motivatieprobleem, geen informatieprobleem.


2. - Welke ervaringen heeft een contactpersoon van een organisatie met anderstaligen? (Methode: expert interviews)

Komaf Koffie (Gent)

Werknemers en digitale toestellen:

Zelfde resultaten als bij Timmerwerkt en Kringwinkel: Goede skills omtrent smartphonegebruik, minder met de PC.

Taal blijft enorm hekelpunt. De anderstaligen zoeken zowel hulp bij de contactpersonen (Iemand die wil studeren maar haar weg niet vindt, info ivm. paspoort,...), als bij sociale omgeving (Kinderen die moeten vertalen, hulp van digitaal vaardigere partner,...).

Een belangrijke bevinding was dat veel werknemers van Komaf Koffie heel gemotiveerd zijn om Nederlands te leren om de integratie in de samenleving te versnellen. Dit staat in contrast met andere participanten die al heel wat langer in het land zijn en deze motivatie niet hebben, wat aansluit bij de bevindingen uit het expert interview met Esther Rozendaal omtrent motivatie.


3. - Welke media/digitale technologieën gebruiken anderstaligen? (Methode: In-depth interviews)

Uit de interviews bleek dat sociale media apps als facebook, instagram, whatsapp,... veel gebruikt worden. Dit voornamelijk via de smartphone.

Tijdens het testen van de digitale skills bij anderstaligen door middel van cognitieve walk throughs kwamen enkele problematieken terug:

- Onderliggend taalprobleem vergt al veel energie. De meeste participanten kunnen wel op de website van VRT.nws geraken maar eens daar weten ze bijvoorbeeld niet hoe een specifiek artikel te zoeken omdat ze het woord 'zoeken' in de zoekbalk niet (her)kennen, of maakten ze te veel schrijffouten om het artikel te vinden.

- Vatbaarheid voor phishing door gebrekkige kennis van formeel taalgebruik.

- Ook moeite met het opmaken van teksten zoals cursief zetten, onderlijnen,...

Tevens ging de voorkeur van participanten uit naar communicatiemiddelen waarmee ze bekend zijn zoals sms, whatsapp, bellen of spraakberichten. Het verzenden van mails verloopt moeilijker door de formele aard van het medium en het weinige gebruik ervan in het dagdagelijkse leven. Een participant typte de hele inhoud van de mail in het onderwerp, een andere had geen e-mailadres omdat haar partner dat regelt en nog een andere participant had moeite met de multifactor authenticatie.

4. - Welke ervaringen hebben de anderstaligen met hun aankomst in België? (Methode: Focusgroepen)

De bevindingen uit de focusgroepen en diepte interviews werden gebruikt om de persona's uit sprint 2 te verfijnen.

Fase 2

07/11/2022 - 20/11/2022

Doelstelling

In onze tweede sprint stappen we in het onderzoeksveld. Aan de hand van assumptie persona's, de kennis van experten en ons eerste contact met anderstaligen krijgen we voeling met onze doelgroep en inzicht in de frustraties en waarderingen die er heersen ten aanzien van media. Via walktroughs krijgen we zicht op de digitale vaardigheden van anderstaligen en kunnen we ze categoriseren.

Vraagstelling

  1. - Zijn onze invullingen van onze kernconcepten helder genoeg? (Methode: expert interviews)
  2. - Welke ervaringen heeft een contactpersoon van een organisatie met anderstaligen? (Methode: expert interviews)
  3. - Hoe digitaal vaardig zijn anderstalige nieuwkomers? (Methode: Niet-participerende observatie en walktroughs)
  4. - Welke typologieën met betrekking tot de digitale vaardigheden kunnen we onderscheiden bij anderstalige nieuwkomers? (Methode: persona's en expert interviews)

Methodeplanning

Cognitive walkthroughs
  • Aantal respondenten: 6
  • Fase: Data verzameling
Non-participatory observation
  • Aantal respondenten: 6
  • Fase: Data verzameling
Expert interview
  • Aantal respondenten: 5
  • Fase: Data verzameling
Personas
  • Aantal respondenten: 6
  • Fase: Data verzameling
In-depth interview
  • Aantal respondenten: 2
  • Fase: Voorbereiding

Taakverdeling

Contacteren experten en verantwoordelijken organisaties
  • Margot Verhelst
Cognitive walkthroughs, expert-interviews en diepte-interviews voorbereiden
  • Margot Verhelst
  • Louise Wybo
  • Elisabeth Rose
Walkthroughs en expert-interviews uitvoeren

Volledig team

Testen van de vragenlijst voor anderstaligen
  • Maarten Rycx
  • Margot Verhelst
  • Elisabeth Rose
Rapporteren van expert-interviews
  • Margot Verhelst
  • Louise Wybo
  • Elisabeth Rose
Rapporteren van walkthroughs
  • Jens Sintobin
Het opstellen van assumptie persona's
  • Maarten Rycx
  • Elout Van den Ende
  • Jens Sintobin
METHODIEK 1: Cognitive walkthroughs
Aantal respondenten
6 Schatting
2 Reëel
Belangrijkste resultaten
  • Deelnemers hebben wel basisvaardigheden zoals; mail openen, verbinden met internet, zoeken met zoekmachine, enz. Wanneer taken complexer worden, lijkt de barrière te groot geworden. Bovendien is taal ook nog een groot struikelblok. Zelfs in het Engels vonden deelnemers de “Send” knop niet. De combinatie van de taalbarrière en het gebrek aan digitale vaardigheden zorgen voor moeilijkheden bij basisopdrachten. Echter beschikken anderen wel over digitale skills en kunnen zichzelf verhelpen, maar zij botsten ook op moeilijkheden omwille van taalmoeilijkheden of het geen 'nood' hebben aan het gebruiken van een computer.
METHODIEK 2: Personas
Aantal respondenten
4 Schatting
4 Reëel
Belangrijkste resultaten
METHODIEK 3: Expert interview
Aantal respondenten
7 Schatting
4 Reëel
Belangrijkste resultaten

Antwoorden

1. - Wat zijn digitale basisvaardigheden? (Methode: expert interviews)

Sarah Anrijs (1 expert-onderzoeker):

- De definitie van mediawijsheid is werkbaar. Een extra aanvulling: Het gaat vooral over de ability om iets te gaan opzoeken / doen en niet over de omzetting hiervan.

- Media: Opdeling van kapitaal volgens Bourdieu

  • Economisch: Internet voor werk gebruiken
  • Cultureel: opleidingen, films kijken
  • Sociaal: contacten onderhouden
  • Persoonlijk: persoonlijke zorg en ontwikkeling (slaat op mentale gezondheid en op de gezondheid in het algemeen)


- Maatschappelijk standpunt dat bij ons heerst is dat iedereen digitaal moet zijn en moet meekunnen, maar wat als mensen dit bewust niet willen?
Socialisatie

  • Non-use as a meaningful behavior
  • Lifestages
  • Risk en benefit weegschaal


- Positivistische vs kritische houding:

  • Positivisme: ‘Het probleem zal wel opgelost geraken door wat vragenlijstjes af te nemen etc.'
  • Kritische houding: We moeten ook kijken naar de bredere maatschappelijke context en bepaalde zaken in vraag durven stellen.


- Kritische houding:

  • Middelen zijn beperkt
  • One size fits all: Deze aanpak werkt niet. Het kan zijn dat door brochures sommige mensen zich aangespoord voelen om hun vaardigheden te gaan oefenen maar voor velen is dit alleen niet voldoende. Een idee (van Sarah) zou bijvoorbeeld zijn om een busje te laten rondrijden in de delen van de stad waar deze mensen zich bevinden.
  • Aangeleerde hulpeloosheid: Dit is vooral een frictiepunt bij sociaal werkers.


Maar je kan je ook afvragen of we als maatschappij bij bijvoorbeeld een bank geen minimale fysieke dienstverlening moet aangeboden worden.

Hier merk je dan weer een wrijving tussen het economische en maatschappelijke. Als er bij een bank één klant per uur zou langskomen om hulp te vragen bij online bankieren is dit weinig rendabel om daar iemand voltijds voor aan te nemen.

2. - Welke ervaringen heeft een contactpersoon van een organisatie met anderstaligen? (Methode: expert interviews)

Timmerwerkt (Gent) en Kringloopwinkel (Halle): (3 experts van de organisaties)

Ervaringen vanuit het perspectief van een contactpersoon van anderstaligen:

Vluchtelingen vs anderstalige nieuwkomers:

  • Groot verschil is tussen de 2 groepen qua kennis.


Tewerkstelling:

  • Rektruteringen gebeuren via OCMW en VDAB
  • Artikel 60:
    • Blijven maximaal 2 jaar
    • Tewerkgesteld door VDAB of OCMW
  • Vast contract


Werknemers en digitale toestellen:

  • Computer + smartphone
  • Frequenter gebruik van smartphone
    • Whatsapp, Instagram, Facebook, online shopping
    • Mailen = minder
  • Vertonen niet echt interesse in de computer
  • ! Kringwinkel: Anderstaligen vatbaarder voor phishing.
  • Hulp bij online bankieren, inloggen ‘Mijn burgerprofiel’, smartschool … Bij het contacteren van beschikbare instanties meestal lange tijd vooraleer je geholpen wordt = drempel. Bij sommige is de taal de drempel, bij andere komen hier nog eens beperkte digitale mogelijkheden bij.

Hulpmiddelen op de werkvloer:

  • Manual.to = app. Werknemers scannen een QR-code met hun gsm en kunnen een handleiding van een machine lezen in hun thuistaal. Dit werkt goed!
  • Werken met pictogrammen en gebaren.
    • Fiches: per uur een pictogram met wat ze moeten doen.
  • Google Translate

Nederlandse les:

  • Werknemers volgen gemiddeld 2 jaar Nederlandse les en dienen niveau NT2 te behalen.
    • Timmerwerkt: Ze werken 4 dagen en krijgen 1 dag vrij ter compensatie van de 2 avonden Nederlandse les die ze volgen.
    • Kringloop: Mogen 2 halve dagen per week Nederlandse les volgen.
      • Leerbaarheid is beperkt bij sommigen. Zaken die ze moeten onthouden zijn soms te complex voor hen.
      • Er geraken is meestal al een grote opgave.
      • LIGO = laagdrempelig Nederlands krijgen + ABC voor computer. Er liggen folders, maar niet echt interesse door de werknemers.

Suggesties:

  • Timmerwerkt:
    • Een vast vertrouwenspersoon, die de werknemers helpt met digitale basisvaardigheden bv. een halve dag per week.
    • Hoofdtelefoon met noise-cancelling, taal in eigen moedertaal zetten zodat werkgever en werknemer elk in hun eigen taal erlkaar begrijpen = zou een gebruiksvriendelijkere oplossing zijn.
    • Samen met Imec waren ze voor dit laatste al bezig met onderzoek naar productontwikkeling.
  • Kringloop: Werktelefoon in bureau, waar werknemers een bericht op kunnen sturen.
  • Duo for a job:
    • Werken enkel met < 35-jarigen
    • Organisatie met mentoren die vrijwillig gekoppeld worden aan iemand (bv. iemand uit het atelier) en deze begeleiden anderstaligen zowel in werkverband als in hun vrije tijd.
3. - Welke typologieën met betrekking tot de digitale vaardigheden kunnen we onderscheiden bij anderstalige nieuwkomers? (Methode: persona's en expert interviews)

Abdel en Ahmed zijn gebasseerd op veel informatie die we hebben gekregen van de experts waar we mee in contact zijn gekomen. Ook hebben we al een paar anderstaligen geïnterviewd en veel van de informatie in de persona's komen daar uit. Oleksandra en Isabella zijn nog echte assumptie persona's dat van ons uit komen die we graag nog zouden aftoetsen met de realiteit aan de hand van diepte interviews of expert interviews.


Fase 1

17/10/2022 - 04/11/2022

Doelstelling

In de eerste sprint gaan we de centrale concepten van onze challenge afbakenen. Via een literatuurstudie geven we de concepten 'media', 'mediawijsheid', 'anderstalige', 'anderstalige nieuwkomer' en 'digitale basisvaardigheden' een eenduidige definitie. Daarnaast bestuderen we screeningstools om digitale vaardigheden te meten. Dit met het oog op het creëren van een overzicht van de bestaande tools en zicht krijgen op wat deze tools verstaan onder 'digitale basisvaardigheden'.

Vraagstelling

  1. - Wat is media? (Methode: Literatuurstudie)
  2. - Wat is mediawijsheid? (Methode: Literatuurstudie)
  3. - Hoe conceptualiseren en operationaliseren we digitale basisvaardigheden? (Methode: Literatuurstudie)
  4. - Welke screeningstools bestaan er om de digitale basisvaardigheden te meten? (Methode: Literatuurstudie)
  5. - Welke criteria zijn er nodig om respectievelijk over een anderstaligen en nieuwkomers te spreken? (Methode: Literatuurstudie)

Methodeplanning

Literatuurstudie
  • Aantal respondenten: -
  • Fase: Data verzameling
Expert interview
  • Aantal respondenten: 2
  • Fase: Data verzameling

Taakverdeling

Literatuurstudie omtrent mediawijsheid
  • Elout Van den Ende
  • Elisabeth Rose
Literatuurstudie omtrent digitale basisvaardigheden
  • Louise Wybo
  • Jens Sintobin
Literatuurstudie omtrent anderstaligen en anderstalige nieuwkomers
  • Maarten Rycx
  • Margot Verhelst
METHODIEK 1: Literatuurstudie
Aantal respondenten
? Schatting
? Reëel
Belangrijkste resultaten
METHODIEK 2: Expert interview
Aantal respondenten
? Schatting
? Reëel
Belangrijkste resultaten

Antwoorden

1. - Wat is media? (Methode: Literatuurstudie)

Media zal binnen deze challenge gedefinieerd worden als: ‘het gebruik van alle soorten digitale schermen en toestellen die zich binnen een huishouden bevinden’. Hieronder vallen dus computers, smartphones, televisies, gameconsoles, etc. Daarnaast zal de focus liggen op alle handelingen die gesteld kunnen worden met deze devices. Hieronder vallen het gebruik van sociale media, applicaties, online communicatiemediums (kranten, tijdschriften, etc.). Een ander thema dat hier ook onder valt is het digitaal beheren van persoonsgegevens, informatie en data.

Momenteel vatten we het thema media vrij breed aan maar dit kan later nog aangepast worden met de informatie die we genereren uit de diepte-interviews, expert-interviews en focusgroepen.

2. - Wat is mediawijsheid? (Methode: Literatuurstudie)

Mediawijsheid kan vanuit verschillende hoeken benaderd worden. De meest voor de hand liggende definitie komt van Mediawijs zelf. Zij zien mediawijsheid als een geheel van kennis, attitudes en vaardigheden waarmee burgers digitale technologie en media gebruiken en begrijpen om actief, creatief, kritisch en bewust te participeren aan onze complexe en veranderen digitale en gemediatiseerde wereld.
Hier kan al een kritische blik geworpen worden op de definitie. De laatste zin praat over het nut van de vaardigheden om te participeren in een veranderende wereld. Mediawijs veralgemeend de definitie door er van uit te gaan dat de kennis, vaardigheden en attitudes tegenover digitale technologie toegepast kunnen worden in elke maatschappij. Hier moet dit onderzoek dieper op ingaan door te kijken of het mediawijs zijn in België hetzelfde betekend als het mediawijs zijn in andere landen. Dit wordt afgetoetst tijdens de interviews.

De European Commission definieert het mediawijsheid ook als een skill dat nodig is om te navigeren door het digitaal landschap. Met als verschil dat ze meer geneigd zijn te praten over het nieuwslandschap. Voornamelijk het verspreiden en ontvangen van informatie.

Zo zijn er nog honderden definities die allemaal een beetje verschillend zijn met als gemene deler dat het de bedoeling is wegwijs te vinden in het digitaal landschap.
Om tot slot een eenduidige definitie te kiezen zijn we meer geneigd de definitie te nemen van onze challenger, met als verschil dat we mediawijsheid zien als kennis, vaardigheden en attitudes waarmee burgers zich actief kunnen navigeren in hun huidige maatschappij en dagdagelijks en niet de gehele wereld.

In het verdere onderzoek verdiepen wij ons in het deelaspect 'digitale vaardigheden' van mediawijsheid.

3. - Hoe conceptualiseren en operationaliseren we digitale basisvaardigheden? (Methode: Literatuurstudie)

Digitale basisvaardigheden binnen de literatuurstudie kennen niet één specifieke definitie. Een opvallende trend is dat verschillende organisaties, bedrijven, overheden, politieke instellingen, etc. hier geen eenduidige visie op hebben maar wel vaak terugvallen op een quasi gelijke onderverdeling. We zullen binnen deze challenge dan ook gebruikmaken van deze onderverdeling:

1) Gebruik/kennis van het toestel

2) Informatie- en datageletterdheid

3) Communicatie & samenwerking

4) Content creatie (creatie van digitale inhoud)

5) Veiligheid & privacy

6) Probleemoplossend denken

Deze 6 onderverdelingen bieden een breed spectrum van vaardigheden die nodig geacht worden binnen de samenleving. Daarnaast doorlopen deze het volledige proces van de digitale handeling.

Daarnaast wordt er ook een onderverdeling gemaakt om het niveau van de vaardigheden op aan te duiden. Er zal een onderscheid gemaakt worden tussen de digitale vaardigheden in het algemeen maar ook per bovenstaande categorie. Dit zorgt ervoor dat er een duidelijk zicht is op welke vaardigheden minder beheerst zijn. Voor de challenge zal er een onderverdeling zijn van 4 groepen:

1) Meer gevorderde vaardigheden

2) Basisvaardigheden

3) Lage vaardigheden

4) Geen vaardigheden

4. - Welke screeningstools bestaan er om de digitale basisvaardigheden te meten? (Methode: Literatuurstudie)

- MyDigiSkills: Deze tool is een soort vragenlijst. Het zijn vrijwel allemaal ja-neevragen om na te gaan hoe digitaal vaardig je bent in diverse thema's.
- Digihulp: Deze tool focust vooral op de basisvaardigheden. Het doorloopt het proces van digitaal gebruik van apparaten vanaf het aansteken van het apparaat tot de meer specifieke topics.
- Europass: De test controleert op aspecten die al eerder voor mensen met de nodige kennis zijn. Daarnaast lag de focus ook soms op zaken die al vrij gevorderd zijn en dus niet echt te beantwoorden zijn door de voorziene doelgroep. Sommige vragen zijn ook zeer technisch gericht wat ook tot nodige vertekening kan leiden. Daarnaast wordt er heel weinig gepolst naar hoe je een computer kan gebruiken (bv. weet je hoe je een browser moet opstarten of computer moet aansteken, etc.)

Opmerking:

  • De meeste informatie of testen rond digitale basisvaardigheden zijn online. Maar kan iedereen deze testen of hulpsites wel vinden? Een grote groep die over geen vaardigheden beschikt kan niet participeren aan deze bevragingen.

  • Voor sommige tests moet je een account hebben of inloggen. Dit is onmogelijk of niet haalbaar voor sommige deelnemers.

5. - Welke criteria zijn er nodig om respectievelijk over een anderstaligen en nieuwkomers te spreken? (Methode: Literatuurstudie)

Uit de literatuurstudie bleek dat er geen eenduidigheid is over wat precies wordt verstaan onder de termen 'anderstalige' en 'anderstalige nieuwkomer'. Voor onze challenge zullen we volgende criteria hanteren:

Een anderstalige is iemand die:

- niet het Nederlands als thuistaal of moedertaal heeft
- onvoldoende Nederlands spreekt of begrijpt om zich te oriënteren in de maatschappij

Een anderstalige nieuwkomer is iemand die:

- een nieuwkomer is (maximaal 1 jaar ononderbroken in België verblijft)

Vervolgens kiezen we ervoor jongeren die naar school gaan uit onze doelgroep te weren, aangezien zij digitale skills bij krijgen op de schoolbanken. We focussen ons daarom op de groep 18 t.e.m. 65 jarigen. Deze worden verder onderverdeeld in vijf leeftijdscategorieën.