Presentatie
METHODIEK 1: PESTEL analysis
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
De PESTEL-analyse is een goede tool voor een trendanalyse en scanning te doen van de trends en impactfactoren rond ons thema. De tool werd voornamelijk gebruikt om die belangrijkste trends van de problemen binnen een woonzorgcentra en thuiszorg te identificeren. Het heeft ons een korte samenvatting gegeven van ervaringen van ouderen in woonzorgcentra en zorgbehoevende thuiswonende ouderen.
Wel zagen we dat onze onderzoeksvraag iets te breed is om alles in kaart te kunnen brengen. Er werd dus vooral gefocust op de informatie die wij het meest relevant vonden voor onze challenge (zie 'belangrijkste resultaten' voor concretisering).
Belangrijkste resultaten
De PESTEL gaf aan dat er zowel binnen de thuiszorg alsook binnen de woonzorgcentra verschillende structurele problemen aanwezig zijn. De problemen in WZC komen veelal overeen met die in de thuiszorg maar worden vaak nog versterkt. Het overgrote deel van de structurele problemen lijkt zich voornamelijk binnen de woonzorgcentra te bevinden. Dit type van ouderenzorg is namelijk, op private woonzorgcentra na, een lokale bevoegdheid die enerzijds enorm afhankelijk is van subsidies en bovendien kampt met een ‘efficiëntiebeleid’. Verder toont de analyse aan dat op politiek, economisch, sociaal-cultureel, technologisch en legaal vlak de vooruitzichten er slechter uit zien door onder andere een personeelstekort, te kort aan RVT-bedden, minder premies voor personeel, minder opgeleiden binnen woonzorgcentra, etc.
Uit de demografische cijfers bleek dat 4 op 5 inwoners van een woonzorgcentrum zwaar zorgbehoevend is. Hierdoor is er steeds een grotere nood aan gepersonaliseerde zorg. Daarnaast is er echter ook weinig succesvol ontwikkelt om de emotionele problemen waar ouderen mee kampen zoals eenzaamheid, zingeving en depressie tegen te gaan. Hierbij wordt, binnen een woonzorgcentra, te veel gekeken naar cijfers en te weinig naar de mensen zelf. Dit zorgt er dan weer voor dat ouderen psychosociaal afzien.
Ook in de thuiszorg ligt een werf met grote uitdagingen open. Zo toonde de PESTEL eveneens aan dat de kosten voor thuisverpleging zeer hoog liggen en ook zij zijn zeer afhankelijk van subsidies.
We besloten om de scope toch breed houden, hiermee wordt bedoeld dat er gefocust wordt op zowel de woonzorgcentra alsook op de thuiszorg. Dit doordat de problemen binnen de thuiszorg ook interessant lijken om een algemeen beeld te schetsen van de huidige en toekomstige situatie.
Verder hielp de PESTEL-analyse ons erbij om 41 trends te identificeren. Enkele van deze onzekere of zekere trends luidden als volgt:
Politieke trends
- Er zal meer ingezet worden op het ontwikkelen van nieuwe technologische innovaties voor ouderen. (onzekere trend)
- Er zal meer ingezet worden op het bestrijden van eenzaamheid en dementie. (zekere trend)
Economische trends
- We zien meer en meer dat ouderen te weinig financiële middelen hebben om een plaats in het WZC te betalen (onzekere trend)
Socio-culturele trends
- De bewoners van een WZC zullen steeds meer hulpbehoevend zijn. (zekere trend)
- Ouderen zullen steeds langer thuis willen wonen. (onzekere trend)
Technologische trends
- Meer technologische innovaties worden geïmplementeerd in WZC. (onzekere trend)
Juridische trends
- Het woonzorgdecreet zal helpen om de levenskwaliteit van de bewoners te beschermen. (onzekere trend)
--> de volledige lijst met trends vindt je bij documenten onder "Trends uit PESTEL-analyse"
METHODIEK 2: Stakeholder mapping
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Deze methodiek is een goede tool om een overzicht te krijgen van verschillende stakeholders. Dit was noodzakelijk in ons geval aangezien wij zeer veel stakeholders hebben. Door de overvloed aan stakeholders zagen we wel dat het moeilijk was om ALLE stakeholders te selecteren. We hebben dus gefocust op de meest relevante stakeholders. Aan de hand van de quadrupel helix en de PESTEL analyse hebben we de map structuur gegeven.
Belangrijkste resultaten
Aan de hand van de quadrupel helix zijn we tot de conclusie gekomen dat de belangrijkste stakeholder groepen de volgende zijn: mensen die achter het beleid zitten (overheidsmedewerkers), ondernemers, burgers en professoren. Vervolgens zijn deze verdeeld onder de verschillende factoren van de PESTEL methode namelijk:
Politiek/Juridisch onderverdeling van 2 groepen: overheid op lokaal niveau -> Vlaamse ouderenraad en overheid op Vlaams niveau -> Kabinet van Welzijn.
Economische stakeholders zijn: directie van een WZC, ondernemers zoals Bas Baccarne (Hello Jenny) en Wil Rijnen (zorgproeftuin InnoAge), Auteurs van VIEWZ (magazine van Vanden Broele) en OCMW (sociaal assistent verantwoordelijk over ouderen).
Onder het sociale vlak vallen stakeholders als Okra, Proeftuinen, CM, Bond Moyson en de Thuiszorgwinkel. Alle mutualiteiten worden samen vertegenwoordigd door Verso. Dat is een koepelorganisatie die de belangen van onder meer de christelijke, liberale en socialistische mutualiteiten behartigd. Een andere koepelorganisatie is Zorgnet Icuro. Zij behartigen de belangen van de Vlaamse algemene ziekenhuizen, initiatieven uit de geestelijke gezondheidszorg en not-for-profit voorzieningen uit de ouderenzorg.
Bij het technologische luik hebben we onderzoekers en professoren als stakeholders. Meer specifiek professoren van gezondheidsbeleid of volksgezondheid en eerstelijnszorg of van sociale gerontologie, seniorenbehoeften en vergrijzing.
Naast de onderverdeling van de PESTEL, is er nog een belangrijke groep stakeholders namelijk de burgers. Deze verdelen we in subgroepen namelijk: ouderen die thuiswonend zijn en niet hulpbehoevend zijn, ouderen die thuiswonend zijn en hulpbehoevend zijn en ouderen die in een WZC verblijven. Vervolgens hebben we onder de burgers ook de zorgverleners die we opsplitsen in mantelzorgers, familiehulp, zorgverlener in WZC en thuisverpleging waaronder het Wit-Gele kruis.
Deze stakeholders zijn een vertrekpunt om op basis daarvan expert interviews af te nemen om zo de grootste problematieken bij ouderen aan het licht te brengen. Vervolgens gaan we onze scope (o.a. concretisering stakeholders) dan concreter kunnen bepalen aan de hand van de verworven informatie uit de expert interviews. We hebben bij de stakeholder dus nog geen afbakening gemaakt tot WZC en thuiszorg, we zijn nog breder gegaan om later meer te kunnen afbakenen. Het resultaat is dus een gestructureerde en overzichtelijke weergave van de verschillende stakeholders. Voor verdere concretisering van de verschillende stakeholders, zie bijlage 'visualisatie stakeholdermap'.
METHODIEK 1: Expert interview
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Het was een goede methode om meer voeling te krijgen met het onderwerp en om meer zicht te krijgen op de verschillende trends. Wij gebruikten de interviews voor de divergentiefase van de scenario-analyse als aanvulling op de Pestel analyse. De interviews waren dus zeer verrijkend op vlak van diepere informatie te krijgen over WZC en thuiszorg en hebben ons effectief meer trends opgeleverd die aanvullend zijn op deze van de Pestel-analyse. Deze trends worden onder 'belangrijkste resultaten' uitgebreid besproken. Een opmerking is wel dat de respondenten niet even gemakkelijk te bereiken waren. Dit doordat medewerkers binnen WZC en thuiszorg het heel druk hebben in tijden van corona. Hiernaast was het ook niet even gemakkelijk om ouderen te interviewen via video call en moest er dus telefonisch contact opgenomen worden.
Doordat we nu een grote hoeveelheid hebben aan trends trachten we in de volgende sprint een selectie te maken uit deze trends. Dit aan de hand van een survey waarin de verschillende trends uit de interviews en uit de Pestel worden opgelijst. Hieruit moeten verschillende experten gaan kiezen welke zij de belangrijkste trends vinden naar de toekomst toe. De convergentiefase van de scenario analyse zal dus pas in de volgende sprint van start gaan.
Momenteel zijn er 18 interviews afgenomen bij:
Zorgverlener woonzorgcentrum
Thuiswonende en hulpbehoevende oudere
Thuiswonende en niet hulpbehoevende oudere
Professor UGent en technologie-expert
Zelfstandige thuisverpleegster
Sectorverantwoordelijke thuishulp i-mens/Bond Moyson
Bestuurslid ouderenvereniging Vlas
Verpleegster Wit-Gele Kruis
Mantelzorgster
Medewerker thuiszorgwinkel
Oudere in een woonzorgcentrum
Medewerkster OCMW Oostende
Directeur woonzorgcentrum Sint-Jozef
Directeur van CM West-Vlaanderen departement gezondheid, participatie en welzijn
Stafmedewerker strategische beleidcel UZ Gent en projectmedewerker in de ouderenzorg en geriatrie
Verantwoordelijke opleidingen binnen Familiezorg en deel van de kwaliteitsgroep "doelgericht werken"
Medewerkster kabinet van zorg en welzijn Wouter Beke
Voorzitter ouderenraad Leuven
Er moeten nog 3 interviews worden afgenomen. De volgende respondenten staan al vast voor sprint 3:
Professor sociale gerontologie VUB
Centrumleidster lokaal dienstencentrum voor ouderen (onderdeel Sociaal Huis Diksmuide)
nog zoekende achter: een medewerker van zorgproeftuinen
--> een lijst met alle stakeholders vindt u onder documenten: "Lijst stakeholders"
Belangrijkste resultaten
De resultaten van de expert interviews zijn nog niet volledig aangezien we er nog een aantal moeten afnemen, maar het codeboek is wel volop in de maak. Er zijn al een aantal trends die naar voor komen uit de afgenomen interviews, deze hebben we nu kort opgesomd per thema van trends. Uiteraard zijn dit nog niet de finale resultaten, aangezien er nog enkele interviews afgenomen moeten worden. Per trend vermelden we ook steeds of het een zekere of onzekere trend is. Voorlopig komen de volgende trends aan bod in de interviews:
Band met oudere
- Tijdens de verzorging (zekere)
- Weinig tijd voor verzorging (zekere)
- Praktische gesprekken (zekere)
- Verbondenheid en vertrouwensband (onzekere)
Pijnpunten sector
- Weinig geld (zekere)
- Weinig personeel (zekere)
- Weinig tijd (zekere)
- Geen aantrekkelijke job (zekere)
- Stresserende job (zekere)
- Hoge werkdruk (zekere)
- Weinig focus op mentale gezondheid van personeel (zekere)
Pijnpunten ouderen
- Nood aan gesprekspartner (onzekere)
- Voelen zich niet thuis in WZC (onzekere)
- Eenzaamheid (onzekere)
- Mentale gezondheid (onzekere)
- Willen langer thuis in vertrouwde omgeving verblijven (onzekere)
- Mensonwaardige behandeling (onzekere)
Pijnpunten zorgverleners
- Emotioneel zwaar (zekere)
- Fysiek vermoeiend (zekere)
- Schuldgevoel wegens korte verzorging (onzekere)
- Kleine taken vergen veel tijd (zekere)
Technologie & innovaties in WZC
- Ouderen staan ervoor open maar hebben voldoende begeleiding en uitleg nodig (onzekere)
- Gebruiken technologie zoals sociale platformen om contact met familie te hebben (zekere)
- Menselijke zorg blijft nodig --> geen robots (zekere)
- Innovaties handig om kleinere taken over te nemen (onzekere)
- Weinig kennis bij ouderen van bestaande technologieën (computer, gsm,…) (zekere)
Ouderen in de toekomst
- Vergrijzing (zekere)
- Te weinig plaats in WZC, uitbreidingen nodig (onzekere)
- Ouderen willen meer zeggenschap (onzekere)
- Autonomie (zekere)
- Technologie meer ingeburgerd bij ouderen (onzekere)
- Meer engagement (onzekere)
- Meer assertiviteit (onzekere)
Noden van ouderen
- Nood aan vertrouwde omgeving (zekere)
- Herkenningspunten met vroeger (onzekere)
- Sociale band met personeel (onzekere)
- Ritme en regelmaat (zekere)
- Menselijkere behandeling (onzekere)
- Sociaal contact (onzekere)
- Zinvolle dag-invulling (onzekere)
Autonomie
- Eigen dagindeling bepalen (onzekere)
- Meer zeggenschap over dagelijkse activiteiten (eten, slapen, beweging) (onzekere)
Eenzaamheid
- Veel verlies van naasten --> leegte (zekere)
- Weinig activiteiten --> piekeren (zekere)
- Weinig bezoek (onzekere)
- Activiteiten gecentreerd binnen werkweek à weekend open (zekere)
Vrijetijdsbesteding
- Activiteiten gecentreerd binnen werkweek --> weekend open (zekere)
- Mogelijkheid tot toetreding verenigingen maar grote beperkingen: (zekere)
- Mobiliteit
- Concentratiemoeilijkheden
- ziekte (oa Corona)
- Leden van ouderenverenigingen vaker van hogere sociale klasse
Deze trends zullen we gebruiken (als alle expert interviews afgenomen zijn) om vervolgens in een kleine survey te toetsen welke de belangrijkste zijn voor de experts.
Naast deze trends komen uit het codeboek ook een aantal thema's die geen trends vormen maar eerder oplossingen zijn voor de heersende problemen in de sector. Deze zijn in deze fase minder relevant, maar zullen later in ons proces zeker interessant zijn als we brainstormen over onze tangible.
METHODIEK 1: Expert interview
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Zoals in sprint 2 aangehaald werd, stonden in sprint 3 nog 2 interviews op de planning. De expertinterviews werden deze sprint succesvol afgerond en in het totaal hebben we 20 respondenten kunnen bereiken.
De volgende twee respondenten werden in sprint 3 nog geïnterviewd:
Professor sociale gerontologie VUB
Centrumleidster lokaal dienstencentrum voor ouderen (onderdeel Sociaal Huis Diksmuide)
De respondent van Zorgproeftuin was deze periode niet meer beschikbaar voor een interview en zal bijgevolg niet meer opgenomen worden in de expertinterviews.
De expertinterviews waren een zeer nuttige tool binnen de divergentiefase van de scenario-analyse. De diversiteit aan stakeholders bood ons de mogelijkheid om breed te gaan en voeling te krijgen met de problematiek en de trends. Aan de hand van de transcripties van de interviews werden een veelheid aan trends geïdentificeerd die dienden als verrijking van de trends uit de PESTEL-analyse.
Belangrijkste resultaten
Uit de expertinterviews ontstond een lijst van 54 trends. Deze vindt u terug onder documenten: 'trends expertinterviews'. We zijn deze trends bekomen aan de hand van een cyclisch en iteratief proces, verschillende stappen zijn meerdere keren doorlopen geweest namelijk:
1) Eerst werd door iedereen van de groep individueel de trends uit zijn/haar interview opgelijst. Indien er overlappingen waren, werden deze er niet opnieuw bijgezet, maar werd er geturfd bij die trend. Om een duidelijke structuur te bekomen hebben we deze trends opgedeeld in drie groepen namelijk: algemene trends, WZC trends en thuiszorg trends.
2) Vervolgens werden de trends verduidelijkt door de groepsleden zodat iedereen op dezelfde lijn zat en de trends op een consequente manier en in dezelfde tijd (toekomstige tijd) werden opgesteld.
3) Hierna werden de overlappingen tussen de trends eruit gehaald en werden de gelijkaardige trends samengevoegd.
4) Daarna werden de trends uit de expertinterviews vergeleken met de trends uit de PESTEL-analyse om te kijken naar de overlappingen. Dit werd gedaan om een antwoord te bieden om op onze vraagstelling. Hieruit komen 8 trends die overlappen.
5) Als laatste hebben we als groep met onze kennis uit de literatuur en de expertinterviews gediscussieerd over de meest relevante trends voor ons onderzoek alsook over de zekerheid en onzekerheid.
Uiteraard zitten we nu nog aan een veelheid van trends. In de volgende stap bij de methodiek scenario-analyse worden deze trends verengt tot een 15-tal trends.
METHODIEK 2: Scenario analysis
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Op basis van de expertinterviews en de PESTEL-analyse werd in de eerdere divergentiefase van de scenario-analyse een brede waaier aan trends geïdentificeerd. In de huidige convergentiefase werd de veelheid aan trends verengt tot een 15-tal meest relevante trends die gebruikt worden in de survey voor de 12 experten.
Belangrijkste resultaten
We hebben de convergentiefase en de opmaak van de survey als volgt aangepakt:
1) Uit de 54 trends van de expertinterviews en de 33 overige (niet-overlappende) trends uit de PESTEL-analyse werden aan de hand van onze kennis over het onderwerp (vanuit literatuur en expertinterviews) vernauwt naar 34 trends.
2) Daarna hebben we met heel de groep deze 34 trends onder de loep genomen, om zo tot de 16 meest relevante trends te komen om in de survey te implementeren en die nuttig blijken voor ons onderzoek. Deze 16 trends worden geformuleerd onder de vraagstelling: "Wat zijn de voornaamste trends die de basis vormen voor de scenario-analyse?".
3) Deze 16 trends worden aan de hand van een survey in Qualtrics getoetst aan de experten. We toetsen zowel de zekerheid of onzekerheid van een trend bij de experten op een schaal van 1 tot 10 alsook de impact van een trend op een schaal van 1 - 10.
4) Deze survey werd in sprint 3 opgestuurd naar de volgende experts in onze stakeholderlijst (Lijst met namen van experten onder documenten: "Expertenlijst voor de survey"):
Onderzoeker bij IMEC UGent
Stafmedewerker - expert UZ Gent + projectmedewerker in de ouderenzorg
Sectorverantwoordelijke thuishulp i-mens/Bond Moyson + organiseren van bejaardenhulp
Seniorenconsulente bij Sociaal Huis in Koksijde (ook mantelzorger)
Directeur WZC
Vlaams kabinet gezondheidszorg
Directeur van Welzijn CM
Prof VUB Sociale gerontologie, seniorenbehoeften, vergrijzing
Centrumleidster lokaal dienstencentrum
Medewerker Familiezorg
Voorzitter Leuvense Ouderenraad
Opdrachtgevers Vanden Broele
5) De resultaten van de surveys zijn nog af te wacht en zullen verwerkt worden in sprint 4. In sprint 4 worden een paar assenstelsel met onzekere en zekere trends uit de survey nogmaals naar onze opdrachtgevers gestuurd namelijk Vanden Broele. Aan de hand van hun expertise zullen de 2 assen voor de scenario analyse gekozen worden.
METHODIEK 1: Delphi method
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
We hoopten aan de hand van deze methode de zekerheden en voornamelijk de onzekerheden definitief te gaan identificeren door de trends aan onze experts voor te leggen. We ondervonden hier echter een probleem, namelijk de experts hebben de 15 trends als een zekere trend gelabeld, waardoor we geen onzekere trends hebben om onze assen te bepalen. We hebben dit opgelost in samenspraak met onze begeleiders, door onze eigen kennis vanuit de literatuur en de expert-interviews nog eens onder de loep te nemen en te gaan analyseren welke trends we alsnog als onzeker zouden kunnen labelen.
Belangrijkste resultaten
Na de analyse van de survey komen uit de 16 trends; 12 zekere trends naar voor en 4 trends waar er een verdeelde mening over was (die later in het trendrapport als onzeker zullen gelabeld worden).
We zijn deze bekomen door volgend proces uit te voeren:
1) We stelden een gestandaardiseerde mail op om de experts uit te nodigen om de survey in te vullen.
2) Opmaak van de survey: we gebruiken een assenstelsel waarbij op de x-as zeker- of onzekerheid wordt bevraagd en op de y-as de impact van de trend op de maatschappij. Dit kunnen de experts aanduiden aan de hand van scores van 1-10. We werkten op het assenstelsel met twee kleuren, aan de linkerkant rood met de onzekerheden en aan de rechterkant groen met de zekerheden. (onder documenten: screenshot van voorbeeldvraag uit de survey)
3) Versturen van de survey op 5/12 met gebruik van een gestandaardiseerde mail.
4) Er werd een reminder mail opgestuurd op 10/12 naar de experts die de survey nog niet hadden ingevuld.
5) De verwerking van de survey in een excel-bestand: de 16 trends werden opgelijst aan de hand van de hoogste naar de laagste gemiddelde score op impact. De som van zekerheid of onzekerheid wordt berekend, om zo te bepalen of een trend zeker of onzeker is. Wanneer een trend door meer dan de helft van de respondenten wordt aangehaald als zeker, nemen wij deze trend mee als zeker.
6) We hebben de resultaten op een overzichtelijke manier weergegeven: per trend de gemiddelde, minimum en maximum score van impact en zeker of onzeker.
METHODIEK 2: Scenario analysis
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
We zitten nog niet zo ver in onze scenario-analyse als we gehoopt hadden. Dit komt door verscheidene redenen, eerst en vooral door de vertraging die we hebben opgelopen met de survey. We konden deze pas volledig analyseren in het begin van de tweede week van deze sprint. Vervolgens wilden we de onzekere trends voorleggen aan Vanden Broele en in samenspraak met hen onze twee assen bepalen. Dit is deze sprint niet meer doorgegaan, maar we hebben reeds een afspraak gepland in sprint 5 op 9 februari. Wat we wel al hebben kunnen doen is een trendrapport maken om onze trends te gaan verduidelijken. Dit zal ons verder helpen in het opstellen van onze scenario-analyse in sprint 5, wat dan ook onze finale deadline is voor het opleveren hiervan.
Belangrijkste resultaten
1) Kiezen voor een trendrapport: we deden dit omdat het trendrapport een gefundeerde basis vormt voor de scenario analyse. Zo kunnen de scenario’s mooi gevormd worden en kunnen we duidelijke toekomstbeelden beschrijven. We duiden de trends aan de hand van informatie uit de afgenomen interviews en literatuur.
2) Beslissing zekerheid/onzekerheid: Uit de survey zagen we dat de respondenten de trends voornamelijk als zeker labelden, wat dus voor een probleem zorgde. We zagen in dat we met de juiste argumentatie vanuit de informatie uit de literatuur, interviews en de survey een zekerheid of onzekerheid konden verdedigen.
Zeker:
- De trends die door de meerderheid van de respondenten in de survey als 'zeker' werden aangeduid, en die dat ook bevestigd werden door de literatuurstudie, werden behouden als ‘zekere’ trends.
Onzeker:
- De 4 trends waarbij er verdeelde meningen waren onder de respondenten in de survey, duiden we aan als ‘onzekere’ trends. Deze beslissing werd ook onderbouwd door de bevindingen uit de literatuurstudie en de interviews.
- Twee trends uit de survey kregen positieve resultaten (‘zeker’) maar werden door de literatuurstudie anders beschreven. Bij deze trends kozen we ervoor om ze toch als ‘onzeker’ te benoemen. Omdat wij die door literatuur en interviews toch zeker achten.
--> Je kan iets niet ‘zeker’ benoemen als het niet 100% zeker is. Dan is het nog beter om het afwachtend te bekijken en de trend ‘onzeker’ te laten.
3) Duiding van de trends: aan de hand van de kennis uit de literatuur en informatie uit de interviews. We hebben een mooie oplijsting van de 16 trends met een uitgebreide beschrijving (dit vind je terug onder documenten: trendrapport).
METHODIEK 1: Scenario analysis
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Scenario-analyse was een handige methodiek om een uitgebreid beeld te krijgen van de verschillende mogelijke 4 toekomstperspectieven. Door de twee meest pertinente onzekere trends op een assenstelsel uit te zetten en de overige trends daar op te situeren, hebben we 4 mogelijke toekomstige situaties naar voren geschoven. In deze sprint hebben we de scenario-analyse succesvol kunnen afwerken.
Belangrijkste resultaten
We hebben vier uitgebreide scenario's en we zijn deze bekomen door volgend proces uit te voeren:
1) We wilden aan VDB combinaties voorschotelen zodat zij er al 1 konden kiezen. Dit deden we door trend 5, 10 en 13 met trends 14 of 15 aan elkaar te koppelen. Zo krijgen we in totaal 6 mogelijke combinaties of assenstelsels: 5+14, 5+15, 10+14, 10+15, 13+14, 13+15 (zie document onzekere trends voor assen scenario-analyse).
9 februari zijn we samengekomen met Vanden Broele om de twee onzekere assen te bepalen. Vanden Broele heeft voor de y-as trend 5 gekozen: geen stijging/stijging van bestrijding van eenzaamheid bij ouderen. Voor de x-as kozen ze voor trend 15: daling/stijging van samenwerking tussen verschillende sectoren om de zorg beter te faciliteren. We nemen hierbij zowel de lange termijn als korte termijn van samenwerking tussen de sectoren in acht.
2) Na de meeting werd per kwadrant een scenario uitgeschreven met de bijhorende trends. Per scenario wordt er telkens een conceptueel schema uitgewerkt dat toont hoe de trends zich verhouden tegenover elkaar op de x- en y-as. Bij het uitschrijven van de scenario's focussen we ons niet op de assen apart maar op het algehele scenario met de daarbij behorende trends (één onzekere en alle zekere) zie document uitgeschreven scenario's + conceptueel schema).
3) Nadat de 4 scenario's volledig uitgeschreven waren, hebben we deze doorgestuurd naar Vanden Broele. Op deze manier konden zij één scenario uitkiezen dat het meest interessant leek voor hun bedrijf waar wij vervolgens een tangible voor zullen opleveren. Uiteindelijk kozen ze scenario 2 omdat dit volgens hun het meeste meerwaarde gaf voor hun doel (zie document uitgeschreven scenario's + conceptueel schema).
METHODIEK 2: Creative brainstorm
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
We hebben besloten om de creative brainstorm te verplaatsen naar het begin van sprint 6 (maandagavond 22/02) omdat we op een aantal struikelblokken gestoten zijn. Eerst en vooral hebben we vertraging opgelopen aangezien Vanden Broele hun keuze van het scenario pas donderdagnamiddag (18/02) heeft doorgestuurd. Hierdoor was het praktisch gezien te moeilijk om de creative brainstorm nog op 1 dag te laten doorgaan, aangezien we hiervoor zeker 2 à 3 uur moeten inplannen. Daarnaast willen we het gekozen scenario nog eens onder de loep nemen zodat er zeker geen onduidelijkheden heersen, vermits de creative brainstorm volledig wordt gebaseerd op scenario 2.
Belangrijkste resultaten
De resultaten zullen in sprint 6 uitgebreid besproken worden.
METHODIEK 3: Environmental scanning
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
We wouden deze methode graag nog toevoegen bij deze sprint aangezien het een mooie voorbereiding is voor de creative brainstorm. Het geeft ons een duidelijk overzicht van de bestaande initiatieven. Het kan ons op weg helpen om met ideeën te komen tijdens de creative brainstorm en zorgt er ook voor dat er geen overlap ontstaat tussen onze ideeën en al bestaande initiatieven.
Belangrijkste resultaten
We bekomen in totaal een 60-tal initiatieven die werden onderverdeeld in 5 hoofdcategorieën (veiligheid, ondersteuning in dagelijkse activiteiten, actieve betrokkenheid, mentaal welzijn en woontypes). Deze hoofdcategorieën worden vervolgens onderverdeeld in producttypes. We hebben dit gedaan als volgt:
1) We hebben de 14 zekere trends verdeeld onder de groepsleden.
2) Elk groepslid is op zoek gegaan naar producten/diensten/innovaties die aansluiten bij de trends.
3) Deze werden opgelijst in een tabel (zie document tabel initiatieven). Er wordt per initiatief een uitgebreide uitleg gegeven (zie document initiatieven uitgelegd).
METHODIEK 1: Lotus blossom
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
De creatieve brainstorm die we hebben uitgevoerd op basis van de lotus blossom, was een heel handige methode om op een korte periode veel creatieve ideeën te verkrijgen. We zijn vertrokken vanuit scenario 2 van de scenario-analyse met de onzekere assen 'meer inzetten op eenzaamheid' en 'meer intersectorale samenwerking. Onze doelgroep hierbij zijn woonzorgcentra en thuiswonenden en meer bepaald richten we ons tot ouderen en/of de zorg (zorgpersoneel).
Belangrijkste resultaten
We zijn tot 64 ideeën gekomen die onderverdeeld zijn onder 8 concepten die vervolgens allemaal een antwoord zouden moeten bieden op het volgende scenario: 'samenwerking tussen sectoren zal problemen van eenzaamheid voorkomen'. We hebben dit als volgt aangepakt:
1) Er heeft een groepje zich verdiept in de creatieve brainstorm, met volgende methodes: de lotus blossom en de COCD-box.
2) Daarna hebben ze een platform gezocht om de creatieve brainstorm online te laten doorgaan. Ze hebben voor Miro gekozen (een handig platform om met meerdere personen tegelijk op te werken).
3) Op maandag 22 februari zijn we dan met het hele team samengekomen voor de effectieve brainstorm, die 3 à 4 uur heeft geduurd. Het 'creatieve brainstorm groepje' heeft ons onderverdeeld in twee groepen om de brainstorm vlotter te laten verlopen.
Verloop brainstorm:
- Eerst kort de probleem- en vraagstelling nog eens overlopen zodat iedereen op dezelfde golflengte zit.
- Divergeerfase brainstorm (1.0): bepalen van belangrijke thema's en het gezamenlijk selecteren van componenten van ons onderwerp en die invullen rond het centrale concept in de lotus blossom. Deze concepten zijn: recreatie, digitale educatie, vertrouwde omgeving, psychosociaal welzijn, preventie (langer thuiswonen), plaatstekort, networking (zoektocht nieuwe contacten) en contact (behouden bestaande contacten).
- Divergeerfase brainstorm (2.0.): Hierbij werden we in twee groepen opgedeeld en toegewezen aan een concept om daarrond onze ideeën te vormen in de lotus blossom. We hebben gewerkt met een doorschuifsysteem zodat elk groepje over elk concept kon brainstormen. Op deze manier hebben we 8 ideeën per concept, en dit komt op een totaal van 64 ideeën.
METHODIEK 2: COCD-box
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
De COCD-box is een handige tool geweest in de convergentiefase van de creatieve brainstorm om zo op een structurele manier ideeën te selecteren. Via deze tool krijgt elk teamlid individueel de kans om de ideeën te beoordelen en zijn eigen voorkeuren aan te duiden.
Belangrijkste resultaten
Vervolg brainstorm:
- Convergeerfase (COCD-box): Elk teamlid kreeg na de creatieve brainstorm de tijd om 4 stemmen uit te brengen: 2 voor WOW-ideeën, 1 voor een HOW-idee en 1 voor een NOW-idee.
- Na feedback van de begeleiders hebben we de ideeën meer uitgeschreven zodat ze duurzamer en ambitieuzer waren en voor de verschillende partijen een oplossing kunnen bieden.
- Nadat de ideeën op punt stonden, heeft een groepje de WOW-ideeën onder de loep genomen op basis van duurzaamheid, of het al dan niet een wicked problem oplost en of het de bron van een probleem aanpakt (zie document '12 WOW-ideeën'), gebruikmakend van de tarotkaarten. Dit werd gedaan om later de haalbaarste en creatiefste ideeën voor te stellen aan stakeholders aan de hand van een intention survey. (Deze stap was na het krijgen van de feedback niet echt nodig maar wel een mooie oefening en bruikbaar voor later)
Nadat de COCD-box afgerond was, hebben we voor de tweede maal feedback gekregen van onze begeleiders. Er waren tegenstrijdige verwachtingen van onze begeleiders en de challengers, waardoor we als groep in de knoop zaten omtrent de volgende stappen die we moesten ondernemen voor onze interface. Hierdoor kwamen we terecht in een pivot-fase wat resulteerde in het opnieuw onder de loep nemen van de scenario-analyse. We gaan persona's ontwikkelen voor onze scenario's, we gaan de trends meer verwerken, we gaan het humane aspect voorop stellen en onze horizon verbreden (naar 2050). De stappen die we deze sprint nog hebben doorlopen zijn:
1) De groep onderverdeeld in subgroepjes per scenario + een groepje voor persona's.
2) Om de ideeën van de lotus blossom niet verloren te laten gaan, zijn we vertrokken vanuit elk scenario (1,2,3,4) en hebben we de ideeën herbekeken om deze eventueel te verwerken in het scenario. We hebben de bestpassende ideeën per scenario opgelijst in een document (zie document 'ideeën per scenario')
3) Na overleg met onze begeleiders hebben we onze horizon verlegd naar 2050, aangezien een scenario-analyse een toekomstperspectief moet bieden. Uiteraard is het belangrijk dat de trends ook tegen 2050 nog als zeker of onzeker bestempeld kunnen worden. Ieder groepslid heeft 1 trend toegewezen gekregen en heeft aan de hand van literatuur onderbouwt of deze tegen 2050 zeker of onzeker is (sommige zijn zeker/onzeker gebleven, anderen zijn veranderd).
METHODIEK 3: Intention survey
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Tijdens deze sprint hebben we feedback gekregen van onze begeleiders dat we de scenario-analyse veel dieper moeten uitwerken omdat het communicatiedoel in onze challenge de belangrijkste doelstelling is. Vooraleer we kunnen beginnen aan onze interface is het beter om eerst een stapje terug te zetten om onze scenario-analyse beter te onderbouwen. Op die manier kunnen we met een sterke scenario-analyse beginnen aan het uitwerken van onze finale deliverable.
Belangrijkste resultaten
/
METHODIEK 4: Paper prototyping
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Tijdens deze sprint hebben we feedback gekregen van onze begeleiders dat we de scenario-analyse veel dieper moeten uitwerken omdat het communicatiedoel in onze challenge de belangrijkste doelstelling is. Vooraleer we kunnen beginnen aan onze interface is het beter om eerst een stapje terug te zetten om onze scenario-analyse beter te onderbouwen. Op die manier kunnen we met een sterke scenario-analyse beginnen aan het uitwerken van onze finale deliverable.
Belangrijkste resultaten
/
METHODIEK 1: Scenario analysis
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
De scenario-analyse was een proces van trial en error. In het begin ging het vrij moeizaam, maar toen we meermaals duidelijke feedback hadden ontvangen, zijn we als groep tevreden van het eindresultaat. Het was handig voor ons om via een conceptueel model een duidelijk overzicht te houden over de gebruikte trends in de scenario's en hoe deze interageren met elkaar. De scenario-analyse vormt een stevige basis voor onze creative brainstorm en paper prototypes.
Belangrijkste resultaten
We zijn tot vier gedetailleerde en uitgewerkte scenario's gekomen, waar we telkens een oudere persona mooi in hebben kunnen verwerken en ook een zorgverlener persona. We hebben ervoor geopteerd om een extra, onzichtbare schuine as toe te voegen aan ons assenstelsel van de scenario-analyse, waarmee we de scenario's opdelen in thuiszorg en WZC. Hierdoor wordt bij scenario 1 en 4 meer de focus gelegd op WZC en bij scenario 2 en 3 meer op thuiszorg. Dit is geen officiële as maar gewoon om een duidelijker onderscheid te kunnen maken en aan te tonen dat we niet enkel focussen op WZC. De uitgeschreven persona's vind je in deze link bij sprint 7: https://docs.google.com/docume...
Uitgeschreven scenario 1: https://docs.google.com/docume...
Uitgeschreven scenario 2: https://docs.google.com/docume...
Uitgeschreven scenario 3: https://docs.google.com/docume...
Uitgeschreven scenario 4: https://docs.google.com/docume...
METHODIEK 2: Personas
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
De persona's hebben ons enorm geholpen om de scenario's vorm te geven en het menselijke aspect erbij te betrekken. We hebben getracht te beschrijven hoe ouderen en zorgverleners zich in elk scenario voelen.
Belangrijkste resultaten
Voor de persona's hebben we ons gebaseerd op reeds bestaande persona's uit de literatuurstudie en op de bevindingen uit de expertinterviews. We hebben 4 oudere-persona's geïdentificeerd die elk behoren tot een specifiek scenario. Dan hebben we ook 2 meer algemene zorgverlener-persona's waarvan één voor WZC en één voor thuiszorg. Die van de thuiszorg wordt toegepast in scenario 2 en 3 en die van de WZC wordt toegepast in scenario 1 en 4.
4 oudere persona's:
Afhankelijke Anita
Hulpeloze Harry
Eenzame Eddy
Gelukkige Greta
2 zorgverleners:
WZC: Drukke David
Thuiszorg: Zelfstandige Zoë
Link naar de persona's: https://docs.google.com/docume...
METHODIEK 1: Expert interview
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Dinsdag 23/03 hebben we een progressmeeting gehad met onze begeleiders, zij vonden het een beter idee om de designcriteria via een kwalitatieve manier te toetsen namelijk aan de hand van expert interviews ipv een survey. Hierdoor kregen we meer diepgaande feedback van de experts over waarom een designcriterium al dan niet goed of slecht is. Met deze nuttige feedback zijn we nu verder aan de slag te gaan om de designcriteria te herformuleren en te finetunen.
Het gaat hier om een generieke set van designcriteria waar in de volgende stappen rekening mee moet worden gehouden voor onze ideeën beter uit te werken en later een product. De designcriteria moeten dus toepasbaar zijn in elk scenario. We hadden bij sommige scenario's al algemene designcriteria opgesteld, maar deze konden ook gelden in andere situaties.
Belangrijkste resultaten
Aan volgende experts werden de designcriteria getoetst:
Interview afgenomen op 29/03: Ann Peuteman (redactrice bij Knack, auteur van het boek "Verplant" en gastspreker aan de VUB)
Interview afgenomen op 30/03: Bas Baccarne (HelloJenny researcher IMEC UGent)
Interview afgenomen op 31/03: Filip Lemaitre (Bureau50)
Interview afgenomen op 1/04: Herman Vaneeckhout (productdeveloper en designer VDB)
Interview afgenomen op 1/04: Amra Hurlebusch (AZ Sint-Jan, ouderenpsychiatrie)
We vonden het belangrijk om diverse experts te hebben om zo vanuit verschillende standpunten inzicht te krijgen.
Aangezien ons laatste interview donderdagnamiddag was, hebben we nog niet alle feedback kunnen verwerken en zijn we er nog volop aan bezig. We willen aan het begin van sprint 9 deze afgewerkt hebben. We hebben een voorlopig werkdocument waarin alle feedback is opgelijst en we aanpassingen doorvoeren: https://docs.google.com/spread...
METHODIEK 2: Scenario analysis
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Er is een groepje van het vormelijk team bezig met de visualisatie van de scenario's aan de hand van een interactieve website (WIX) en de persona's aan de hand van Canva. De filmpjes worden ook toegevoegd aan de website, zodat er een duidelijk overzicht is van de scenario's en de persona's.
Belangrijkste resultaten
We hebben al het eerste filmpje van de persona Eddy gemaakt om deze te toetsen bij de volledige groep. In de volgende sprint zullen de andere 3 persona's ook in een filmpje gegoten worden op basis van het template filmpje van de persona Eddy: https://drive.google.com/drive...
METHODIEK 3: Personas
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Er is een groepje van het vormelijk team bezig met de visualisatie van de scenario's aan de hand van een interactieve website (WIX) en de persona's aan de hand van Canva. De filmpjes worden ook toegevoegd aan de website, zodat er een duidelijk overzicht is van de scenario's en de persona's.
Belangrijkste resultaten
We hebben al het eerste filmpje van de persona Eddy gemaakt om deze te toetsen bij de volledige groep. In de volgende sprint zullen de andere 3 persona's ook in een filmpje gegoten worden op basis van het template filmpje van de persona Eddy: https://drive.google.com/drive...
METHODIEK 4: Creative brainstorm
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Aangezien we vanuit de designcriteria vertrekken voor onze creative brainstorm, wordt deze verplaatst naar sprint 9 op dinsdag 6/04.
Belangrijkste resultaten
Komt in sprint 9.
METHODIEK 1: Scenario analysis
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
De scenario's waarin de persona's verwerkt zijn werden aan de hand van een filmpje via Canva gevisualiseerd. Deze werden geïmplementeerd in een overzichtelijke en gebruiksvriendelijke website waarin onze belangrijkste deliverables duidelijk gecommuniceerd worden.
Belangrijkste resultaten
Om het verrassingseffect te behouden gaan we de finale filmpjes niet tonen en houden we dit voor de eindpresentatie.
METHODIEK 2: Personas
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Hier geldt hetzelfde als bij de methode-evaluatie van de scenario-analyse.
Belangrijkste resultaten
METHODIEK 3: Creative brainstorm
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Na feedback van onze begeleiders (6/04) leek het ons inhoudelijk geen logische volgende stap om een creative brainstorm uit te voeren aangezien we geen definitieve deliverable gaan opleveren aan onze challengers. Vandaar dat het nutteloos lijkt om ideeën te gaan genereren aangezien we deze taak overlaten aan productontwikkelaars. Daarom focusten we voor ons interfacedoel op een gedetailleerde en volledig uitgewerkte lijst met design criteria die we op een aanspreekbare en bruikbare manier hebben ontwikkeld.
Belangrijkste resultaten
/
METHODIEK 4: Paper prototyping
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
In deze sprint stond het op punt stellen van de design criteria centraal. We hebben de eerste week de feedback van de experten volledig verwerkt en opgenomen in de design criteria. Vervolgens hebben we onze begeleiders na de herwerking ingelicht om hier voor een laatste keer feedback op te krijgen. Met deze finale oplijsting zijn we aan de slag gegaan om de design criteria aanspreekbaar en bruikbaar te maken voor mogelijke productontwikkelaars, zodat zij deze makkelijk kunnen gebruiken als een toolkit tijdens hun innovatieproces.
Belangrijkste resultaten
We hebben ervoor gekozen om een toolkit te maken van onze designcriteria. Hierbij hebben we inspiratie gehaald uit de 'tarrotkaarten' en uit de 'user innovation toolbox'. Dit leek ons een efficiënte en gebruiksvriendelijke manier om de design criteria aan de man te brengen. We hebben onze toolkit de naam gegeven: 'Design criteria essentials for elderly care'. In het totaal zitten er 42 kaartjes in de toolbox waarvan 38 met de effectieve criteria op vermeld. Naast de kaartjes hebben we ook een map ontwikkeld genaamd 'Orientation map'. Deze map is onderverdeeld in 3 vlakken met elk een verschillend kleur. Groen staat voor design criteria die reeds geïmplementeerd werden in de innovatie. Oranje staat voor designcriteria die deels geïmplementeerd zijn maar nog niet volledig. Rood staat voor design criteria die nog niet geïmplementeerd werden in de innovatie. Hieruit kunnen de productontwikkelaars zelf opmaken of ze nog rekening willen houden met de kaartjes die op oranje en rood liggen. Dit kunnen ze ook makkelijk afleiden aan de hand van de ratingscore die vanonder op de kaartjes worden vermeld. Deze score geeft telkens aan hoe belangrijk een criteria is om op te nemen in de innovatie voor ouderen. Om het verrassingseffect te behouden gaan we de finale afwerking van de toolbox niet tonen en houden we dit voor de eindpresentatie.
METHODIEK 5: Cognitive walkthroughs
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Om de toolbox eerst en vooral grondig te testen, maken we gebruik van een gebruiksvriendelijke en effectieve testmethode namelijk de cognitive walkthroughs. Deze methode geeft ons inzicht in de werking van de toolbox en overwegingen die mensen maken bij het gebruiken ervan. We gaan deze methode met een subgroepje uitvoeren en de thinking aloud protocol gedurende de test toepassen. Zo kunnen we zorgvuldig observeren en een nabespreking uitvoeren met evaluatieve vragen.
Belangrijkste resultaten
We gaan dit zo snel mogelijk uitvoeren, omdat we dit heel belangrijk vinden als extra validatie van de toolbox.
METHODIEK 1: Cognitive walkthroughs
Aantal respondenten
Evaluatie van de methodiek
Deze methode was handig om de toolbox uit te testen. We hebben gekeken naar gebruiksvriendelijkheid en het identificeren van mogelijke fouten of gebreken van de paper prototype. Deze methode werd twee keer uitgevoerd door een groepje van drie die geen deel uitmaakten van het team die het prototype en de design criteria ontwierp. Hierdoor konden ze de toolbox objectief en met een frisse kijk beoordelen.
Belangrijkste resultaten
De cognitive walkthrough bestond uit twee fases:
De eerste fase: alle kaarten van de toolbox werden doorgenomen met een kritische blik en beoordeeld op basis van eenduidigheid en logica. Er werden hierbij verschillende kaarten geherformuleerd of verwijderd, als ook suggesties gedaan voor een gebruiksvriendelijkere lay-out. Deze aanpassingen werden dan wederom uitgevoerd door team paper prototype.
De tweede fase: de toolbox werd uitgetest door onszelf te verplaatsen in het hoofd van gebruiker. Er werd een innovatie gekozen uit voorgaande brainstorm die op basis van de COCD-box het meeste stemmen behaalde, dit was de Tinder die ouderen matcht met een zorgverlener. Er werd dus gedaan alsof we een prototype ontwikkeld hadden voor deze applicatie. Met dit prototype in gedachten doorliepen we dan alle kaarten van de toolbox zoals de toolbox gebruikt hoort te worden volgens de bijkomende handleiding. Deze innovatie voor ouderen werd dus getoetst aan de hand van de design criteria van de toolbox. Hierbij werden er nog enkele kleine suggesties gedaan voor de formulering en woordkeuze en verduidelijking van de ‘spelregels’. Zo kwamen we tot het uiteindelijke product.
Een link naar de cognitive walkthrough oefening: https://docs.google.com/docume...